,

“Extra ruimte voor bedrijventerreinen is een probleem, geen oplossing”

Het ministerie van Economische Zaken bepleit een forse uitbreiding van het areaal bedrijventerreinen in Nederland. Nergens voor nodig, betoogt zelfstandig adviseur Han Olden. Ook aanbevelingen over de verduurzaming van bestaande bedrijventerreinen van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) werken volgens hem belemmerend.

Dit betoogt Olden in zijn perspectiefbijdrage ‘Het roer moet eindelijk om op bedrijventerreinen’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland.

Bedrijventerreinen staan sinds kort weer in de belangstelling. In het laatste kwartaal van 2023 verschenen kort na elkaar twee belangrijke beleidsdocumenten. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat bracht het Programma Ruimte voor Economie uit. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur volgde met het advies Samenwerken; kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen. Beide rapporten vragen aandacht voor het toekomstbestendig maken van bestaande bedrijventerreinen.

Geen werkelijke behoefte

In de ogen van adviseur Olden is vooral de ruimteclaim van het ministerie van EZK een probleem. Op basis daarvan zouden provincies en gemeenten kunnen besluiten nieuwe bedrijventerreinen uit te geven, waaraan geen werkelijke behoefte bestaat. Het zal volgens hem juist averechts uitpakken, doordat bedrijven naar nieuw uitgegeven locaties verhuizen, wat elke drive wegneemt om bestaande locaties toekomstbestendig te maken.

Volgens Olden moet de veel te forse ruimteclaim van EZK van tafel. En er is meer nodig dan alleen een duurzaamheidslabel en een verplichte vereniging van eigenaren op bedrijventerreinen, zoals de RLI voorstelt. Bestaande bedrijventerreinen toekomstbestendig maken is volgens Olden een vastgoedvraagstuk. Uitgangspunt daarvoor is een rendabele gebiedsexploitatie op basis van een gemengd programma om kosten te kunnen verevenen.

Onrendabele top

Dit vraagt volgens Olden om gebiedsgewijze herontwikkeling door marktpartijen, zoals de VROM-raad in 2006 en de Taskforce Herstructurering Bedrijventerreinen in 2009 al voorstelden. Individuele ondernemers kunnen de aan herontwikkeling verbonden kosten namelijk niet dragen, doordat ze geen mogelijkheden hebben de onrendabele top daarvan te verevenen.

Lees hier de complete perspectiefbijdrage.

Over de auteur

Han Olden is zelfstandig adviseur en penningmeester van de VOGON.