Tag Archief van: infrastructuur

Niet alle bevolkingsgroepen profiteren in gelijke mate van grote infrastructurele investeringen. Middelen om tot een eerlijker verdeling van de winst te komen met  belastingen of gebiedsinvesteringszones zijn nog onderontwikkeld.   

Dat schrijft prof. dr. Frank van Oort in zijn perspectiefbijdrage ‘Meervoudige waardecreatie en brede welvaart bij infrastructuurprojecten in de metropoolregio Rotterdam-Den Haag’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland (VOGON).

Grootschalige investeringen in openbaar vervoer schept substantiële waarde op verschillende niveaus: economisch (woningprijzen), ecologisch (milieu-impact) en sociaal (toegankelijkheid en inclusie). Maar de verdeling daarvan blijft een probleem. 

Onderzoek toont dat woningprijzen in de buurt van openbaarvervoerprojecten fors stijgen. Dit werd bijvoorbeeld gezien bij de spoorwegtunnel in Delft en de E-lijn tussen Rotterdam en Den Haag, waar woningwaardes met 20% tot 50% van de investeringskosten stegen. Dit bevestigt het theorema van Henry George: publieke investeringen leiden tot private meerwaarde.

Betere toegang tot werk en voorzieningen

Daarnaast hebben deze projecten milieuwinst, doordat ze automobiliteit vervangen en bijdragen aan duurzame mobiliteit. Ook sociaal zijn er positieve effecten: openbaar vervoer vergroot de toegang tot werk en voorzieningen, vooral voor mensen met lagere inkomens die geen auto bezitten. Tegelijk is er een keerzijde: stijgende vastgoedprijzen kunnen leiden tot gentrificatie en verdringing van groepen met lagere inkomens.

De uitdagingen rond waardecreatie en -verdeling zijn groot. De bestaande methoden om de baten van infrastructuurprojecten te herverdelen – zoals onroerendzaakbelasting (OZB), baatbelasting en gebiedsinvesteringszones – zijn ontoereikend of juridisch omstreden. Hierdoor worden de kosten vaak gedragen door de algemene belastingbetaler, terwijl de voordelen vooral ten goede komen aan huizenbezitters en vastgoedinvesteerders. Dit leidt tot ongelijkheid en roept de vraag op of er effectievere instrumenten nodig zijn om brede welvaart werkelijk te realiseren.

Samenhangend beleid ontbreekt

Hoewel er steeds meer inzicht komt in de meervoudige waardecreatie van infrastructuurinvesteringen, ontbreekt een samenhangend beleid voor een eerlijke verdeling van de baten. Overheden moeten strategischer nadenken over hoe ze deze investeringen financieren en wie daarvan profiteert. Investeren in infrastructuur is essentieel voor economische groei en sociale inclusie, maar zonder herverdelingsmechanismen dreigt volgens Van Oort een versterking van bestaande ongelijkheden.

Lees hier het complete artikel.

Over de auteur

Prof. dr. Frank van Oort is hoogleraar Stedelijke en Regionale Economie aan de Erasmus School of Economics van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Een nieuwe snelwegtunnel verbindt eind dit jaar de A20 bij Vlaardingen met de A15 bij Rozenburg. Deze Blankenburgverbinding verlicht het forensenverkeer in Zuidwest-Nederland, maar verhoogt de druk op de regionale woningmarkt. Hierdoor zal de prijs van woningen aan de zuidwestkant van de verbinding stijgen.

Dat constateren onderzoekers Rosa van der Drift, Harry Boumeester en Harry van der Heijden van de TU Delft in hun artikel ‘De Blankenburgverbinding: de gevolgen voor de regionale woningmarkt’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland (VOGON).

De Delftse onderzoekers beschrijven vooraf de impact van de Blankenburgverbinding op de woningmarkt in de regio. De uitkomsten wijzen erop dat de regio’s ten zuidwesten van de snelwegtunnel aanzienlijk aantrekkelijker worden. Deze woningmarktgebieden profiteren van een verbeterde bereikbaarheid van werkgelegenheid, wat zal leiden tot een toename in de vraag naar woningen en uiteindelijk tot (relatief) stijgende koopprijzen.

Tolheffing tempert vraag

Op de korte termijn wordt de groei van deze vraag enigszins getemperd door tolheffing voor het gebruik van de Blankenburgverbinding, wat de aantrekkelijkheid van woningen bij de verbinding iets vermindert. Op de lange termijn wordt deze tolheffing echter afgeschaft, wat naar verwachting leidt tot een verdere toename van de vraag naar deze woningen en daarmee een verder stijgende koopprijs.

Het gaat om de ruwe, eerste uitkomsten van hun onderzoeksmodel, waarschuwen de onderzoekers. Het gepresenteerde model gaat nog uit van een statische woningmarkt. Zo wordt bijvoorbeeld aangenomen dat het opleidingsniveau van de bevolking niet verandert door de aanleg van de Blankenburgverbinding. Toch is uit de literatuur bekend dat de concentratie van hoogopgeleiden kan veranderen door de aanleg van infrastructuur.

Selectief verhuispatroon

Uit eerder onderzoek blijkt dat de woningmarktgebieden rond de Blankenburgverbinding een selectief verhuispatroon kennen. Gemeenten aan de zuidkant zijn aantrekkelijk voor gezinnen met kinderen en huishoudens met een hoog inkomen, terwijl gemeenten aan de noordkant juist meer alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens zonder kinderen trekken. Het is onzeker of de Blankenburgverbinding deze trend zal versterken of juist een nieuw selectief migratiepatroon veroorzaakt. Bovendien kunnen door de verbeterde bereikbaarheid andere indirecte effecten op de woningmarkt optreden, zoals veranderingen in economische bedrijvigheid in de noordelijke of zuidelijke regio.

Lees hier het complete artikel.

Over de auteurs

Rosa van der Drift is promovenda woningmarkteconomie aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Dr. Harry Boumeester is daar onderzoeker en universitair docent Housing Systems. Dr. Harry van der Heijden is er universitair hoofddocent Housing Systems.

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de gemeenten Hellevoetsluis, Voorne aan Zee, Rotterdam, Nissewaard en de woningcorporaties Maasdelta Groep, Leeuw van Putten, De Zes Kernen, Woningbouwvereniging Hoek van Holland en Ressort Wonen.

VOGON-voorzitter Maarten Donkers werd door de vaktitel VastgoedVisie gevraagd naar zijn inzichten voor beleggingen in vastgoed op de langere termijn. Er zijn volgens hem twee redenen waarom de vraag naar vastgoed ook in de toekomst groot zal zijn. “De groeiende bevolking is de eerste, de ruimtelijke component de tweede.”

“Er zijn enorm veel en conflicterende ruimteclaims: we hebben plek nodig voor de noodzakelijke infrastructuur, maar ook voor natuur, klimaat en defensie. De bestaande vastgoedvoorraad moet energieneutraal worden. Dat betekent dat de bouwcapaciteit de komende decennia is ingevuld, terwijl we nu al de nieuwbouwvraag naar woningen en logistiek niet aankunnen. De ruimte om vastgoed te bouwen wordt ook schaarser en de toegewezen plekken steeds kleiner, met stijgende prijzen tot gevolg. Investeren in vastgoed voor de lange termijn is dus een no-brainer.”

Lees hier het complete interview.