Tag Archief van: VOGON

De Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland (VOGON) heeft voor het eerst een jaarboek uitgebracht. Daarin zijn alle artikelen uit 2023 gebundeld die verschenen in Real Estate Research Quarterly (RERQ). Sinds het afgelopen voorjaar verschijnen geen papieren edities van het kwartaalblad meer.

Het VOGON-bestuur en de RERQ-redactie hebben, na raadpleging van de leden, besloten niet langer losse nummers van het wetenschappelijke tijdschrift uit te brengen, maar omstreeks de jaarwisseling de voor publicatie geaccepteerde artikelen te bundelen in een jaarboek.

RERQ signaleert als onafhankelijke publicatie van VOGON actuele kennis die relevant is voor de vastgoedsector. In de artikelen worden wetenschappelijke inzichten vertaald naar aanbevelingen voor commerciële vastgoedpartijen, overheden, maatschappelijke instellingen en vastgoedopleidingen.

Aanleiding voor het uitbrengen van een jaarboek is dat artikelen direct nadat ze voor publicatie zijn opgemaakt op de website vogon.nl worden gedeeld. Het belang van losse edities is daardoor afgenomen, maar VOGON-leden gaven aan behoefte te houden aan een fysieke publicatie. Door de huidige werkwijze kunnen RERQ-artikelen snel worden gedeeld, terwijl ze ook op papier blijven verschijnen.

Download hier het RERQ-jaarboek 2023 als pdf-bestand.

Fysieke exemplaren
Exemplaren van het RERQ-jaarboek zijn te koop voor 163,50 euro (inclusief 9% btw). Dat is inclusief verzending èn een gratis individueel jaarlidmaatschap van VOGON. Stuur uw bestelling per e-mail aan redactie@vogon.nl.

VOGON-voorzitter Maarten Donkers werd door de vaktitel VastgoedVisie gevraagd naar zijn inzichten voor beleggingen in vastgoed op de langere termijn. Er zijn volgens hem twee redenen waarom de vraag naar vastgoed ook in de toekomst groot zal zijn. “De groeiende bevolking is de eerste, de ruimtelijke component de tweede.”

“Er zijn enorm veel en conflicterende ruimteclaims: we hebben plek nodig voor de noodzakelijke infrastructuur, maar ook voor natuur, klimaat en defensie. De bestaande vastgoedvoorraad moet energieneutraal worden. Dat betekent dat de bouwcapaciteit de komende decennia is ingevuld, terwijl we nu al de nieuwbouwvraag naar woningen en logistiek niet aankunnen. De ruimte om vastgoed te bouwen wordt ook schaarser en de toegewezen plekken steeds kleiner, met stijgende prijzen tot gevolg. Investeren in vastgoed voor de lange termijn is dus een no-brainer.”

Lees hier het complete interview.

De Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland (VOGON) biedt met het jaarlijkse Talentseminar een platform aan jonge vastgoedonderzoekers om hun scriptieonderzoek te presenteren en daarover te discussiëren met vastgoedonderzoekers uit het onderwijs, wetenschap en het overheids- en commerciële werkveld.

Op 6 oktober 2023 vindt dit – gratis toegankelijke – VOGON-evenement plaats:
Plaats: Amsterdam School of Real Estate
Tijd: van 13.45 tot 17.00 uur, gevolgd door een netwerkborrel (tot uiterlijk 18.30 uur)

Meld je nu aan.

Studenten en recent afgestudeerden zullen hun afstudeeronderzoek over vastgoed of een daarmee vervlochten onderwerp aan een HBO/WO/post-masterinstelling presenteren. Dit zijn onderwerpen van zowel een fundamentele, praktisch-wetenschappelijke, of een meer commerciële aard.

Programma
Alaïa Plieger zal spreken over ‘knelpunten en oplossingen, en nieuwe technologie, voor due diligence processen in vastgoedmarkten’. Christian de Vries vertelt over het tackelen van betaalbaarheid en duurzaamheid door huurprijsregulering. David Thissen heeft origineel werk geleverd over de prijseffecten van energielabels. Philip Gallas belicht het onderzoek voor zijn MSRE-afstudeerscriptie over het toekomstige Europese CO2-heffingssysteem voor de gebouwde omgeving. Joost Blankendaal vertelt over een eerlijke waardering voor CO2-opslag in bouwmaterialen als hout.
Sam van Elburg spreekt over hoe hogere woningprijzen mensen langer in hun sociale huurwoning houden.
PhD-student Lynn Bouwknecht rapporteert – namens Pascale Schellekens, die op reis is – over de effecten van betegelde tuinen op de prijzen van omliggende woningen. Sebastiaan Carpentier Alting vertelt over de transformatie van kantorenparken naar mixed-use-gebouwen.

Afstudeerders, medestudenten, begeleiders – en andere onderzoekers en afgevaardigden uit het onderwijs, onderzoek, overheid of de (commerciële) praktijk zijn allen zeer welkom. Ook HR-vertegenwoordigers worden uitgenodigd.

Al enige tijd wordt binnen VOGON een discussie gevoerd over de publicatievorm van ons, voor de Nederlandse situatie unieke, praktisch-wetenschappelijke blad Real Estate Research Quarterly (RERQ).

Tegen de achtergrond van eigentijdse ontwikkelingen op het gebied van communicatie en informatie, maar ook uit kostenoverwegingen, heeft het bestuur van VOGON besloten om de individuele uitgaven van ons blad voortaan alleen online uit te brengen. In plaats van de periodieke fysieke exemplaren lopende een jaargang, worden nu na afronding van een jaargang alle artikelen uit die jaargang in een boekwerk gebundeld en aan de leden toegezonden. Uiteraard zonder enige concessie met betrekking tot de hoge kwaliteit van het blad, de praktisch-wetenschappelijke insteek, het spectrum van onderwerpen van artikelen en onderliggend onderzoek, de opmaak en leesbaarheid en de frequentie van verschijnen.

Geen extra kosten

VOGON-leden blijven alle (online- en fysieke jaar-) uitgaven, zonder extra kosten, ontvangen als onderdeel van het lidmaatschap. Elk moment van publicatie, online en (eenmaal per jaar dus gebundeld) fysiek, zal via de VOGON-nieuwsbrief, -website en -LinkedIn-pagina worden aangekondigd.

Bestuursbesluit, ledenraadpleging

Het voornemen tot dit bestuursbesluit is reeds besproken op de algemene ledenvergaderingen van 2022 en 2023, waarbij de aanwezige leden met het besluit hebben ingestemd. Daarbij is afgesproken dat het bestuur over dit besluit de mening van alle leden vraagt.

Geef je mening

Vandaar het verzoek aan je als lid om voor 1 oktober 2023 per e-mail je mening te geven over:

  1. Het tussentijds, lopende een jaargang, alleen online uitbrengen van de uitgaven van de RERQ en van de daarin opgenomen artikelen.
  2. Het bundelen, in gedrukte vorm, van de RERQ-kwartaaluitgaven en -artikelen aan het eind van elke jaargang.

Stuur nu je mening ininfo@vogon.nl

Het ministerie van Economische Zaken ziet op veel plaatsen in ons land schaarste aan ruimte voor bedrijven. Het Programma Werklocaties moet meer ruimte scheppen voor economische activiteiten én leiden tot een betere benutting van bestaande bedrijventerreinen. Zo’n tweesporenbeleid was er al eerder, maar heeft niet goed gewerkt.

Er dreigt een herhaling van zetten die eerder tot mislukking heeft geleid, waarschuwen Erik Louw en Han Olden in het artikel ‘Ervaringen met het Convenant Bedrijventerreinen’ in Real Estate Research Quarterly, het kwartaalblad van de Vereniging van Vastgoedonderzoekers Nederland (VOGON).

In hun analyse constateren de onderzoekers dat de belangrijkste doelstellingen van het Convenant Bedrijventerreinen niet zijn gerealiseerd. Nog steeds is er een ruim aanbod aan bouwrijpe grond en de veroudering van bedrijventerreinen is niet echt een halt toegeroepen. Een zwak punt van het convenant waren de weinig concrete handvatten voor zorgvuldig ruimtegebruik, het openhouden van het landschap en een kwantitatief en kwalitatief aanbod aan bedrijventerreinen.

Voldoende flexibiliteit

Om een nieuwe mislukking te voorkomen, moet het Programma Werklocaties volgens de auteurs gezien de sterke fluctuatie in de vraag naar bedrijventerreinen voldoende flexibel zijn. Cruciaal is een behoefteraming die periodiek wordt geactualiseerd en het consequent monitoren van ontwikkelingen, om het programma tijdig aan te passen aan de actualiteit.

Daarnaast moeten provincies, gemeenten en het Rijk een lange adem hebben. Omdat de effecten van het Programma Werklocaties pas duidelijk worden op de lange termijn, heeft het weinig zin om beleid te initiëren en vervolgens weer af te schaffen, zoals in 2013 met het Convenant Bedrijventerreinen is gebeurd.

Er is nu een maatschappelijke discussie over verdozing van het landschap en mogelijke schaarste aan vestigingsmogelijkheden op bedrijventerreinen. Het zou goed zijn dat het Rijk zich in het Programma Werklocaties niet laat leiden door deze discussies, maar zich baseert op goed onderbouwde ramingen van de vraag en met de provincies harde afspraken maakt over de uitvoering van het beleid en de voortgangsbewaking.

Download hier de pdf met het volledige artikel.

Over de auteurs

Erik Louw is universitair docent bij de afdeling Management in the Built Environment van de faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Delft. Han Olden is zelfstandig adviseur en penningmeester van VOGON.

Het VOGON-symposium 2023 stond in het teken van de dynamiek op de woningmarkt. Door verschillende externe factoren en overheidsingrijpen is de woningmarkt in beweging als – bijna – nooit tevoren. Hoge ambities, gepaard aan fiscale maatregelen voor vooral de huurwoningmarkt, zetten de markt onder hoogspanning.

De effecten van de gestegen rente, blijvend hoge vraag en afschaffing voor de verhuurdersheffing, bieden een veelzijdige problematiek. Doelstellingen ter verbetering en versnelling worden nauwelijks gehaald en de conjunctuur kan een verdere verslechtering betekenen. Het congres was vooral gericht op actuele ontwikkelingen en de toekomstige effecten hiervan.

VOGON-voorzitter Maarten Donkers heet bezoekers en sprekers welkom in het pop-up Rietveld Theater in het Kabeldistrict in Delft (foto’s: Johannes van Bentum).

In een korte toelichting door Olga Wagenaar van Amvest krijgen deelnemers zicht op de transformatieopgave en de uitdagingen binnen de gebiedsontwikkeling Kabeldistrict.

Onder leiding van dagvoorzitter Wabe van Enk (PropertyNL) kwamen diverse aspecten van de huidige dynamiek op de woningmarkt aan bod.

Stefan Janssen van Capital Value schetst, op basis van zijn ervaring en inhoudelijke betrokkenheid bij woningtransacties, de dynamiek in de woningmarkt.

Marja Elsinga van TU Delft geeft duiding en een kritische reflectie op het woningmarktbeleid van de overheid, aangevuld met onverwachte inzichten en duiding van de rollen van onder andere woningcorporaties.

Marc Francke van Ortec Finance verrijkt het inzicht in de woningmarkt met het cijfermatige onderzoek dat hij en collega’s uitvoerden naar de middenhuur en de effecten van de regulering op de woningmarkt van deze huurklasse.

Isabel van de Geer (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) zoomde in op de beoogde effecten en maatregelen van het gevoerde woningmarktbeleid.

Als intermezzo reikte Theo Arentze de VOGON Research Award 2022 uit aan de auteurs van het beste onderzoeksartikel uit jaargang 21 van het verenigingsblad Real Estate Research Quarterly.

Het artikel ‘De realisatie van goedgekeurde plannen: inzicht in de doorlooptijden en factoren’ van Huub Ploegmakers (midden), Pim Beckers (links) en Babak Firoozi Fooladi is winnaar van de VOGON Research Award 2022. VOGON-voorzitter Maarten Donkers (rechts) feliciteert de winnaars en overhandigt bloemen.

Juryvoorzitter Theo Arentze overhandigt Annette Duivenvoorden (Platform 31) een oorkonde voor de nominatie voor de VOGON Research Award 2022 van haar artikel ‘Woonaanbod voor senioren eist vraaggericht ontwikkelen’, geschreven met Gert Jan Hagen (SpringCo Urban Analytics).

We sluiten de middag af met een panelgesprek met van links naar rechts Isabel van de Geer, Thijs Guinee (Altera Vastgoed) en Coen van Rooyen (WoningBouwersNL).

In de pauze werd er door de VOGON-leden bijgepraat en veel gediscussieerd, ook met de sprekers.

Het symposium werd afgesloten met de traditionele borrel, dit keer in het naast het Rietveld Theater gelegen brouwcafé De Koperen Kat.

Voor aanvang van het symposium werd in de coulissen van het Rietveld Theater de jaarlijkse algemene ledenvergadering van VOGON gehouden.

Juryvoorzitter Theo Arentze draagt voor uit het juryrapport tijdens het VOGON-symposium op 11 mei 2023 in Delft

De awardcommissie heeft zich ook dit jaar gebogen over de vraag welk paper in Real Estate Research Quaterly in aanmerking komt voor de VOGON-award. Dit jaar komen in aanmerking de bijdragen uit de drie edities van de RERQ-jaargang 21. We hebben gelet op de relevantie voor de vastgoedpraktijk, originaliteit, nieuwe inzichten, toegankelijkheid en de methodologische verantwoording. De commissie heeft eerst uit het totaal van dertien bijdragen een shortlist bepaald. Op de shortlist van de commissie staan, in volgorde van verschijnen, de volgende drie artikelen:

  • “Reële opties en stedelijke woningbouw of Uitstel is niet altijd afstel”, door Rutger-Jan Lange en Coen Teulings
  • “De realisatie van goedgekeurde plannen: inzicht in de doorlooptijden en factoren”, door Huub Ploegmakers, Pim Beckers en Babak Firoozi Fooladi
  • “Woonaanbod voor senioren eist vraaggericht ontwikkelen”, door Annette Duivenvoorden en Gert Jan Hagen

Alle drie de genomineerde artikelen richten zich, zij het op verschillende manieren en met verschillende invalshoeken, op de nieuwbouwopgave. Landen wereldwijd, en dat is dus inclusief Nederland, worstelen met een gebrek aan woningen. Het is een zeer relevant onderwerp waar nog vele vragen over bestaan en waar deze drie artikelen op verschillende manieren een deel van het antwoord geven. Mogelijk een klein deel van het antwoord, maar het vinden van die antwoorden is waarom research wordt gedaan en gepubliceerd in de Real Estate Research Quarterly.

Uit deze drie genomineerden heeft de commissie vervolgens het awardwinnende paper geselecteerd, die ik nu bekend zal maken. De VOGON-award 2022 wordt uitgereikt aan:

  • “De realisatie van goedgekeurde plannen: inzicht in de doorlooptijden en factoren”, door Huub Ploegmakers, Pim Beckers en Babak Firoozi Fooladi

In deze studie gaan de onderzoekers in op de vraag in hoeverre er sprake is van vertraging bij de realisatie van planologisch goedgekeurde plannen voor woningbouw. Meer inzicht in de duur en onderliggende factoren is van groot belang gegeven het woningtekort en het ogenschijnlijke trage tempo. Op basis van een unieke dataset en een zorgvuldige analyse laat de studie zien dat er inderdaad sprake is van vertraging en dat de stijgende woningprijzen hierbij een factor is. Tegen de verwachting in komt verder naar voren dat, gecorrigeerd voor de omvang van de plannen, binnenstedelijke plannen natuurlijk later starten, maar sneller worden voltooid. De heldere analyses, de zorgvuldigheid van de besprekingen, en de gedegen wetenschappelijke onderbouwing maken dit onderzoek, volgens de jury, tot een waardig awardwinnend artikel.

Ik wil dan ook graag, ook namens de andere leden van de jury – Dick Vos, Maarten Jennen en Hilde Remøy – de auteurs van harte feliciteren met deze prijs!

VOGON Award commissie
Prof. Theo Arentze, Technische Universiteit Eindhoven
Dick Vos MRE, VMC Invest,
Dr. Maarten Jennen, PGGM,
Dr. Hilde Remøy, Technische Universiteit Delft

Het bestuur van de Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland (VOGON) is op zoek naar een lid voor de kascommissie. Dit is een speciale, onafhankelijke commissie die de boekhouding van de vereniging controleert.

De belangrijkste taak van de kascommissie is het controleren van de jaarrekening, gemaakt door de penningmeester. Verder geeft de commissie een oordeel over het gevoerde financiële beleid. In de afgelopen jaren vormden Thomas van Kuipers en Ed Nozeman de kascommissie. Nozeman heeft aangegeven het dit jaar voor het laatst te doen. Van Kuipers zal volgend jaar stoppen.

Het bestuur stelt voor om leden van de kascommissie vanaf nu voor maximaal twee jaar te benoemen. De bedoeling is ieder jaar een nieuw lid te benoemen ter vervanging van het lid uit de voorafgaande twee jaar. Daarmee is de continuïteit van de commissie gewaarborgd.

Kandidaten voor de kascommissie (2024 en 2025) kunnen zich uiterlijk 10 mei 2023 melden bij het secretariaat van de VOGON via info@vogon.nl. De benoeming vindt plaats tijdens de ALV op 11 mei 2023.

Algemeen directeur Leo Uittenbogaard van de Amsterdam School of Real Estate (ASRE) zal zijn functie in september 2023 na 34 jaar overdragen aan een opvolger. Uittenbogaard is sinds de oprichting in 1989 aan de ASRE verbonden en was onder meer betrokken bij het ontstaan van VOGON.

Uittenbogaard is naar eigen zeggen slechts één van de omstanders geweest rond de wieg van VOGON, de grote trekkers waren hoogleraar Bert Kruijt van de Universiteit van Amsterdam en hoogleraar Barry Needham van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Een velangrijke rol werd in zijn herinnering ook gespeeld door de toenmalige promovendus Robert Lie, die het eerste VOGON-symposium organiseerde met als thema de vraag welke partijen de cycli in de vastgoedmarkt kunnen beteugelen. “De financiers”, herinnert Uittenbogaard zich het antwoord.

Aanleiding voor Uittenbogaards functiewijziging bij de ASRE is zijn wens andere dingen te gaan doen. “Ik ben nog fit en wil mij meer richten op vakinhoudelijke vraagstukken. Daarvoor blijf ik op project- en adviesbasis aan de ASRE verbonden. Het is nu een goed moment, de ASRE staat als een huis”, zegt Uittenbogaard over zijn besluit.

De ASRE-commissarissen zijn inmiddels een procedure gestart voor het vinden van een geschikte opvolger. Daarbij wordt het instituut voor Vastgoedkunde bijgestaan door het executive search-bureau Holtrop Ravesloot in Amstelveen.

Uittenbogaard startte zijn carrière bij de ASRE als coördinator bij – toen nog – de Stichting voor Beleggings- en Vastgoedkunde (SBV). Hij werd in 1996 algemeen directeur van het gespecialiseerde opleidingsinstituut voor de vastgoedsector, dat in 2004 zijn huidige naam kreeg: Amsterdam School of Real Estate.

Door de prijsstijging op de woningmarkt, gecombineerd met een aanscherping van leennormen, komen jonge koopstarters steeds minder aan de bak op de woningmarkt. Dit leidt tot ruimtelijke segregatie en aanhoudende prijsstijgingen in populaire wijken, terwijl prijzen in ‘arme wijken’ achterblijven.

Dat blijkt uit een artikel van onderzoeker Lianne Hans van het Kadaster voor het wetenschappelijke tijdschrift Real Estate Research Quarterly, een uitgave van de Vereniging van Vastgoedonderzoekers Nederland VOGON. In haar onderzoek richtte Hans zich vooral op koopstarters. Het artikel geeft inzicht in de kansen voor koopstarters in verschillende prijsclusters en de ontwikkeling hierin.

Sinds 2013 is het aantal gekochte woningen sterk toegenomen. Het zijn echter vooral de oudere leeftijdsklassen die meer zijn gaan kopen sinds de kredietcrisis. Het aandeel van alle 20- tot 25-jarigen dat in 2020 een woning kocht ligt lager dan voor de kredietcrisis (2009) en het aandeel van alle 25- tot 30-jarigen ligt op hetzelfde niveau.

Minder koopstarters actief
Door stijgende prijzen en strengere leennormen kunnen huishoudens, in het bijzonder koopstarters en middeninkomens, steeds moeilijker een woning kopen die aan hun wensen voldoet. In bepaalde wijken liggen de gemiddelde huizenprijzen zo hoog dat de kans dat starters hier nog een woning kunnen kopen nihil is. Ook zijn particuliere investeerders veelal actief in de relatief goedkopere wijken binnen steden, waardoor het lastig is voor starters om hier een woning te kopen. Gevolg hiervan is dat bepaalde wijken minder toegankelijk worden voor koopstarters.

Het aandeel aankopen door koopstarters ligt significant hoger in de wijken die onderdeel zijn van de goedkopere prijsclusters en significant lager in de duurdere wijken. Woningen in de goedkoopste clusters worden bovengemiddeld vaak gekocht door alleen-starters en particuliere investeerders. Samen-starters kopen vaker in de duurdere clusters, waarschijnlijk omdat zij anders niet aan de leennormen voldoen.

Investeerder verdringt koopstarter
Er is dus sprake van een zekere ruimtelijke segregatie in de aankopen van de verschillende typen kopers. Dit is in de loop van de tijd wel iets afgenomen. Mogelijk speelt hierin mee dat de koopstarters die eerder veelal in de goedkoopste clusters kochten niet langer meer in staat zijn een woning te kopen door de aangescherpte leennormen. Daarnaast is in de goedkoopste clusters de activiteit van particuliere investeerders sterk toegenomen. In deze wijken worden starters mogelijk verdrongen doordat de beleggingswaarde van woningen hoger ligt dan de maximale hypotheek die starters kunnen krijgen.

De ongelijke toegang tot de woningmarkt kan dus leiden tot ruimtelijke segregatie. Bepaalde wijken zijn niet goed toegankelijk voor bepaalde typen kopers. Op den duur kan dit zelfs zorgen voor een negatieve spiraal waar de huizenprijzen in populaire wijken sterk blijven stijgen, terwijl de huizenprijzen in ‘arme wijken’ achterblijven.

Download hier de pdf met het volledige artikel.

Over de auteur
Lianne Hans is onderzoeker bij het Kadaster in Zwolle.