Tag Archief van: winkels

De tweede VOGON-studiemiddag op donderdag 30 juni 2022 draaide om de impact van de pandemie op vastgoed vanuit drie invalshoeken: werken, wonen en winkelen. Onderzoek tijdens corona biedt inzicht in de vastgoedgevolgen op lange termijn: mentale gezondheid en hybride werken, de woningmarkt en ontwikkelingen in de retailmarkt.

Sprekers
Drie deskundige sprekers uit het Nederlandse bedrijfsleven en het academische circuit presenteerden hun bevindingen en sloten af met stellingen als opmaat voor de discussie begeleid door dagvoorzitter Ruben Visser.

Programma (klik om audio te luisteren)
14.00-14.15 uur Ruben Visser, introductie sprekers en programma
14.15-15.00 uur Lisanne Bergefurt en Rianne Appel, mentale gezondheid en hybride werken
15.00-15.15 uur Pauze
15.15-16.00 uur Marco van der Spank, woningmarkt na Corona
16.00-16.45 uur Aart Jan van Duren, koopstromenonderzoek, huidige ontwikkelingen retailmarkt
16.45-17.00 uur Ruben Visser, slotwoord Benny Ng over de volgende VOGON-bijeenkomst (excuses voor storing door mobiele telefoon)
17.00-18.00 uur borrel

Ruben Visser is adviseur duurzame gebiedsontwikkeling bij Over Morgen. Hij is sterk gericht op het verbinden van mensen, belangen, plannen en geldstromen. Zowel in de stad als in het buitengebied. Hij heeft gewerkt aan diverse gebiedsprogramma’s waar sectorale doelen gebiedsgericht waargemaakt moeten worden. Bij Over Morgen is Ruben aanjager van nieuwe business, datatoepassingen en strategie-implementatie. Ook is hij mede-investeerder in enkele duurzame ventures.

Ir. Lisanne Bergefurt doet promotieonderzoek aan de TU Eindhoven naar hoe de fysieke werkomgeving de mentale gezondheid van kenniswerkers beïnvloedt. Zij kijkt daarbij zowel naar effecten van de kantooromgeving als van de fysieke thuiswerkplek.
Dr. ir. Rianne Appel is als universitair hoofddocent bij de real estate management & development leerstoel de 1e promotor van Bergefurts onderzoek. Appel combineert haar 25 jaar aan vastgoedmanagementkennis met theorieën en inzichten uit de omgevingspsychologie om een optimale afstemming van het corporate vastgoed op zowel de medewerker als de kennisorganisatie als geheel te bewerkstelligen. Zij leidt het transdisciplinary workplace research network, is editor van het Journal of Corporate Real Estate en was lange tijd VOGON-bestuurslid. Deze middag presenteren zij samen over hun onderzoeken naar de invloed van het kantoor op de mentale gezondheid en naar werkplekvoorkeuren om hybride te werken.

Marco van der Spank is researcher bij a.s.r. real estate met de woningmarkt, scienceparkmarkt en klimaat als aandachtsgebieden. Eerder deed hij binnen de institutionele vastgoedwereld ervaring op als CSR-deskundige en fondsanalist. Hij gaat in op de woningmarkt na corona. Zijn er zaken fundamenteel veranderd en wat kunnen we na de recente demografische, economische en geopolitieke ontwikkelingen nog verwachten? 

Dr. Aart Jan van Duren is principal consultant bij Bureau Stedelijke Planning, onderdeel van Sweco. Aart Jan wordt als economisch-geograaf gedreven door nieuwsgierigheid naar de wederzijdse relatie tussen de gebouwde omgeving en het menselijk (economisch) handelen. Hij koestert een grote liefde voor de stad, in al zijn facetten. Van de levendigheid, de economische kracht, de creativiteit, het vertier, het levend verleden. In zijn werk zoekt hij mogelijkheden om die kracht van steden verder te versterken. Bij Bureau Stedelijke Planning (waar hij sinds 2008 werkzaam is) is hij als projectleider verantwoordelijk voor talrijke studies en visies, voor regio’s, gemeenten en centrumgebieden. In zijn bijdrage gaat Aart Jan nader in op de uitkomsten van het grootste koopstromenonderzoek (2021) dat ooit in Nederland is gehouden, voor de Randstad en Noord-Brabant. Dit onderzoek, dat Bureau Stedelijke Planning samen met I&O Research en BRO heeft uitgevoerd, omvat een enorme hoeveelheid interessante informatie over het ruimtelijk koopgedrag van de Nederlander en van de veranderingen daarin in de afgelopen jaren. Aart Jan zal in zijn bijdrage de belangrijkste inzichten met u delen, en met u in gesprek gaan over de consequenties voor centrumgebieden en andere winkelgebieden.

Er is werk aan de winkel. Winkelcentra zijn namelijk onderhevig aan veroudering, zowel fysiek, functioneel als economisch, waardoor herontwikkeling van winkelcentra als plaatsgebonden investering nodig blijkt. Herontwikkeling kan daarbij positieve gevolgen hebben voor de nabije omgeving.

De Groningse vastgoedonderzoekers promovendus Song Zhang, dr. Mark van Duijn en prof. dr. ir. Arno van der Vlist hebben onderzocht of de herontwikkeling van 273 winkelcentra door Nederland over de periode 1992–2010 positieve externe effecten genereert. Het onderzoek is verschenen in de december-editie 2021 van Real Estate Research Quarterly, een onafhankelijke uitgave van de Vereniging Onroerend Goed Onderzoekers Nederland (VOGON).

Het onderzoek laat zien dat er positieve externe effecten van herontwikkeling op woningprijzen zijn te meten, al zijn deze effecten lokaal en van beperkte duur. In de praktijk observeren ze dat slecht onderhouden winkelcentra en verloedering van de desbetreffende buurt met elkaar verbonden zijn. Hoewel de resultaten vast niet alle externe kosten en baten van herontwikkeling van winkelcentra voor buurt en samenleving weerspiegelen, is het volgens de onderzoekers duidelijk dat de herontwikkeling van winkelcentra dichtbij woonwijken duidelijke implicaties heeft voor zowel vastgoedeigenaren als  lokale beleidsmakers.

Ten eerste merken de onderzoekers op dat het uitstellen van herontwikkeling van winkelcentra door vastgoedeigenaren een negatief extern effect kan hebben voor de samenleving als geheel. Het uitstellen van herontwikkeling van winkelcentra kan leiden tot verloedering en substantiële welvaartsverliezen. Ten tweede laten de resultaten zien dat externe effecten door herontwikkeling vaak, maar niet altijd, positief zijn en daarbij over het algemeen van korte duur blijken. Daarmee blijft herontwikkeling een terugkerend verschijnsel en noodzakelijk om aantrekkelijk te blijven voor consumenten.

Invloed van online
De vraag rijst wat de implicaties zijn van deze bevindingen in tijden waarin online shoppen sterk toeneemt. Online shopping leidt tot lagere omzet van fysieke winkels in winkelcentra en mogelijk meer verzoeken tot huurkorting. Voor vastgoedeigenaren betekent één en ander een lagere cashflow, een hogere leegstand en een verhoogd beleggingsrisico voor winkelvastgoed. Het gevaar bestaat dat vastgoedeigenaren hun herontwikkeling uitstellen, wachtend op betere tijden. Immers, dat is op basis van private baten en kosten logischerwijs te verwachten. Daarbij wordt dan één belangrijk aspect over het hoofd gezien: uitstel van herontwikkeling van winkelcentra zorgt voor verval in de nabije omgeving en vormt een welvaartsverlies door het bestaan van negatieve externe effecten door dit verval. Vanuit die optiek bezien, is krachtig gemeentelijk beleid met betrekking tot herontwikkeling of wellicht transformatie van bepaalde winkelcentra op zijn plaats. Juist in tijden van online shopping.

Download hier de pdf met het volledige artikel.

Terwijl de ene winkelformule na de ander de deuren sluit en de winkelleegstand oploopt, is er ook een tegengestelde trend gaande. Steeds meer onlineretailers openen een of meerdere fysieke winkels. Hoe omvangrijk is deze ontwikkeling, waarom kiezen internetwinkels daarvoor en wat zijn hun locatievoorkeuren? Dit artikel doet verslag van een onderzoek naar deze vragen.

Voor het volledige artikel downloadt u de pdf.

Door Joery Schouten, Martijn Exterkate en Edwin Buitelaar

In de periode 2012 – 2016 is het aantal winkelfaillissementen fors toegenomen. V&D, Macintosh en Perry Sport zijn hiervan sprekende voorbeelden. Dit artikel gaat in op de vraag wat het effect van een faillissement is op de markthuur van een specifieke winkelunit. Op basis van een multidimensionale paneldataset wordt door de Difference in Difference-regressiemethode geconcludeerd dat er gemiddeld genomen geen robuust effect is gevonden dat faillissementen de markthuur van een specifieke winkelunit beïnvloeden. 

Significant is dat de markthuur in panden waar een faillissement heeft plaatsgevonden, hoger is dan in panden zonder faillissement. De onderzoeksresultaten zijn in het bijzonder relevant voor taxateurs en winkelbeleggers.  

Faillissementen van retailers worden in de literatuur veelal direct in verband gebracht met negatieve effecten die gekoppeld zijn aan de leegstand van vastgoed. De negatieve effecten van leegstand op winkelgebieden zijn helder: het wegvallen van trekkracht, afname van passanten en verloedering zijn hiervan concrete voorbeelden (cf. Colliers, 2016; Berkers, 2016). Uiteindelijk kan dit leiden tot een negatieve spiraal en verdere groei van de leegstand in winkelgebieden, waardoor ook de markthuur negatief wordt beïnvloed (Ten Have, 2007; Haringsma, 2002; Bolt, 2003). Het directe effect van een faillissement op de markthuur van een specifieke winkelunit is tot op heden niet empirisch onderzocht. Daardoor weten we niet of faillissementen een negatief effect hebben op de markthuur. Voor vastgoedeigenaren is het van groot belang om de gevolgen van een mogelijk faillissement van de retailer in te schatten. De kennisleemte belemmert beleggers om tot een optimale strategie te komen voor winkelobjecten in bepaalde gebieden.

Voor het volledige artikel downloadt u de PDF
 

auteurs: Wim van der Post, Sander van Welie en Martijn Dröes