Tag Archief van: woningen

De Eerste Kamer heeft eind juni 2024 de Wet betaalbare huur aangenomen. De daarin opgenomen middenhuurregulering verlaagt de gemiddelde opbrengst van middeldure huurwoningen met 2400 euro, ofwel 200 euro per maand. Fijn voor huurders, maar het vergroot de kans dat beleggers hun woningen in dit segment verkopen, waardoor het aanbod van huurwoningen daalt.

Dat constateren Maarten van ‘t Hek en prof. dr. Marc Francke in hun artikel ‘De invloed van de middenhuurregeling op de potentiële huur en marktwaarde’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland.

Afname voorraad betaalbare huurwoningen

De middenhuurregulering zorgt voor 420.000 extra betaalbare huurwoningen voor middeninkomens. De vrije huursector daalt daardoor van 700.000 naar 280.000 woningen. De keerzijde daarvan is dat de marktwaarde van middenhuurwoningen daalt door gemiddeld 2400 euro lagere huuropbrengsten per jaar. De waarde bij exploitatie (blijven verhuren) daalt met 15,4% en de waarde bij uitponden (verkopen op de markt voor eigenaarbewoners bij vertrek van de zittende huurder) met 0,3%. Het gat tussen beide waarden wordt hierdoor groter. Dit vergroot de kans op verkoop met als gevolg een afname van de voorraad middenhuurwoningen.

Naast de middenhuurregeling heeft de overheid ook maatregelen aangekondigd die de belastingdruk voor particuliere verhuurders doen toenemen. Daarnaast is de rente de afgelopen tijd toegenomen waardoor herfinanciering van hypotheken duurder wordt en het rendement op andere beleggingen toeneemt. Deze combinatie van effecten leidt ertoe dat de mogelijkheid bestaat dat vrijkomende huurwoningen niet opnieuw worden verhuurd, maar worden verkocht – de middenhuurvoorraad neemt dan af terwijl het doel van de minister is om deze voorraad te laten groeien.

Druk op vrije huursector

Ook kan de middenhuurregeling in combinatie met de andere omstandigheden er volgens de onderzoekers toe leiden dat er meer druk ontstaat op een vrije huursector die kleiner is, waardoor huurprijzen kunnen oplopen. Ook wordt er mogelijk minder geïnvesteerd in middenhuurwoningen doordat het rendement te laag is. De regulering kan leiden tot nieuwe vormen van (dure en goedkope) scheefhuur doordat mensen langer blijven wonen in hun (schaarse) woning. Dit kan ook leiden tot een verlaging van de arbeidsmobiliteit doordat mensen niet in de buurt van hun werk kunnen wonen.

Lees hier het complete artikel.

Over de auteurs

Maarten van ’t Hek is senior consultant bij Ortec Finance in Rotterdam. Prof. dr. Marc Francke is hoogleraar Real Estate Analytics aan de Universiteit van Amsterdam en hoofd Vastgoedonderzoek bij Ortec Finance in Rotterdam.

De risico’s van een overstroming in Nederland zijn klein, maar de gevolgen zijn groot. Door klimaatverandering neemt dit risico toe. Uit de verkoopprijs van woningen met een hoger overstromingsrisico blijkt niet dat huizenkopers zich hiervan bewust zijn.

Dit constateert onderzoeker Woningmarkt Lianne Hans van het Kadaster in haar artikel ‘Prijseffecten overstromingsrisico’s op de Nederlandse woningmarkt’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland.

Zij vroeg zich af of woningeigenaren al rekening houden met de mogelijke gevolgen van overstromingen. Als dat het geval is, zou er een prijseffect zichtbaar moeten zijn. Haar onderzoek toont dat kopers slechts in beperkte mate overstromingsrisico’s meenemen bij het kopen van een nieuwe woning. Woningen met een groot overstromingsrisico zijn niet duidelijk goedkoper dan woningen zonder overstromingsrisico.

In het verleden hadden woningen met een middelgrote of kleine kans op overstroming wel een gemiddeld lagere prijs dan woningen zonder overstromingsrisico. Maar voor deze woningen is er sinds 2016 in de onderzoeksresultaten juist een sterkere prijsstijging zichtbaar dan voor woningen zonder overstromingsrisico. Hierdoor is er de laatste jaren geen duidelijk prijsverschil meer. Door de krapte op de woningmarkt spelen factoren als het overstromingsrisico mogelijk een minder grote rol, stelt onderzoeker Hans.

Omgekeerd effect

Uit het onderzoek blijkt juist een omgekeerd effect wanneer wordt gekeken naar de hoogte van de woningprijs en de afstand tot water. Wonen in de buurt van water wordt juist hoger gewaardeerd. Wordt hiervoor gecorrigeerd, dan lijken kopers wel in beperkte mate overstromingsrisico’s mee te wegen bij de aankoop van een nieuwe woning in de buurt van water.

Die uitkomst is in lijn met resultaten van eerder onderzoek. Het hoge water eind 2023 en de aandacht die media hebben voor de effecten van klimaatverandering maken consumenten bewuster van de risico’s van overstroming. Het toenemende bewustzijn kan in de toekomst leiden tot een andere prijsvorming in risicogebieden, maar ook marktomstandigheden spelen een belangrijke rol. Herhaalonderzoek kan dit aantonen.

Verschillende datasets

Het onderzoek is uitgevoerd met verschillende datasets van het Kadaster en Rijkswaterstaat. De basis is een dataset van alle woningtransacties in de periode 2009 tot en met het eerste halfjaar van 2023 uit de Basisregistratie Kadaster waaraan gegevens over de woningen vanuit de Basisadministratie Gebouwen zijn gekoppeld. Het hoge water eind 2023 valt dus buiten het onderzoek.

Bij appartementen wordt onderscheid gemaakt tussen grondgebonden en niet-grondgebonden appartementen. Alleen de grondgebonden appartementen zijn meegenomen. Niet-grondgebonden appartementen op hogere verdiepingen lopen minder risico op schade bij een overstroming. De verdiepingshoogte is met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) toegevoegd.

Lees hier het complete artikel.

Over de auteur

Lianne Hans is onderzoeker Woningmarkt bij het Kadaster.

Simon Verstraten (foto, rechts) is winnaar van de VOGON Research Award 2024 met zijn artikel “Bouwkostenontwikkeling krijgt te weinig aandacht in onderzoek naar de invloed op de woningbouwproductie”, gepubliceerd in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly. 

De VOGON Research Award 2024 werd op 7 mei 2024 in Den Haag uitgereikt tijdens het jaarlijkse symposium over vooruitzichten voor kantoren en bedrijventerreinen, georganiseerd door de Vereniging van Vastgoedonderzoekers Nederland (VOGON). Juryvoorzitter professor dr. Theo Arentze, hoogleraar Vastgoedmanagement en -ontwikkeling aan de Technische Universiteit van Eindhoven, feliciteerde de auteur.

“Het artikel biedt een helder inzicht in de invloed van bouwkostenontwikkeling op de woningbouwproductie, gezien de enorme nieuwbouwopgave een kritiek onderwerp binnen de vastgoedsector. De jury erkent de relevantie van dit onderzoek, omdat het niet alleen de problematiek benoemt, maar ook mogelijke oplossingen en implicaties aandraagt. De heldere en doordachte presentatie maakt het toegankelijk voor zowel vakgenoten als beleidsmakers. Uitmuntend werk op het gebied van vastgoedonderzoek.”

Bouwkosten cruciaal voor haalbaarheid

Uit onderzoek door Verstraten blijkt dat de bouwkostenontwikkeling cruciaal is in de mix van factoren die de haalbaarheid van woningprojecten voor ontwikkelaars bepalen. Er is de afgelopen jaren vaak geconstateerd dat de woningproductie niet snel genoeg reageert op veranderingen in vraag en aanbod. De productie blijkt ook nauwelijks te worden beïnvloed door de ontwikkeling van woningprijzen.

Kostenstijging overtreft toename opbrengst

Een verklaring hiervoor ligt in de stijgende bouwkosten. De ontwikkeling van de prijzen op de woningmarkt alleen zegt niets over de aantrekkelijkheid om nieuwe woningen te realiseren. Op het moment dat de kosten harder stijgen dan de prijs en winstmarges afnemen, wordt het realiseren van nieuwe woningen minder aantrekkelijk, stelt Verstraten. Hij is business lead Cost Management bij ingenieursbureau Arcadis. Het artikel is gebaseerd op zijn afstudeerscriptie voor de Master Real Estate aan TIAS in Tilburg.

Lees hier het artikel uit RERQ

Andere genomineerden

De overige genomineerden voor de VOGON Research Award 2024 waren Vincent Roberdel, Ioulia Ossokina, Vladimir Karamychev en Theo Arentze met hun artikel “Grootschalige evaluatie van de effecten van verduurzaming: inzicht in de verschillen tussen de bewoners en hun gedrag” en Daan van der Hoeven en Mark van Duijn met hun artikel “Verkenning implementatie taxatie-expertise in geautomatiseerde waarderingen in Nederland”. 

De jury

De juryleden van de VOGON Research Award 2024 zijn Theo Arentze, (voorzitter, TU Eindhoven), Aart Hordijk (TIAS Business School), Maarten Jennen (PGGM) en Dick Vos (VMC Invest). Omdat Theo Arentze als coauteur betrokken was bij het artikel van Roberdel heeft hij zich afzijdig gehouden bij de beoordeling van dit artikel. Hij heeft geen stem gehad in de nominatie van dit artikel.

VOGON-voorzitter Maarten Donkers werd door de vaktitel VastgoedVisie gevraagd naar zijn inzichten voor beleggingen in vastgoed op de langere termijn. Er zijn volgens hem twee redenen waarom de vraag naar vastgoed ook in de toekomst groot zal zijn. “De groeiende bevolking is de eerste, de ruimtelijke component de tweede.”

“Er zijn enorm veel en conflicterende ruimteclaims: we hebben plek nodig voor de noodzakelijke infrastructuur, maar ook voor natuur, klimaat en defensie. De bestaande vastgoedvoorraad moet energieneutraal worden. Dat betekent dat de bouwcapaciteit de komende decennia is ingevuld, terwijl we nu al de nieuwbouwvraag naar woningen en logistiek niet aankunnen. De ruimte om vastgoed te bouwen wordt ook schaarser en de toegewezen plekken steeds kleiner, met stijgende prijzen tot gevolg. Investeren in vastgoed voor de lange termijn is dus een no-brainer.”

Lees hier het complete interview.

VOGON-lid Rick van Zwet is op 1 september in dienst getreden bij makelaar Capital Value in Utrecht als principal consultant. In deze rol gaat hij de consultancytak van Capital Value binnen de woningbeleggingsmarkt verder uitbouwen.

Met bijna 10 jaar ervaring is Rick van Zwet een ervaren adviseur in de vastgoedmarkt. Hij werkte eerder onder meer bij Savills, Dynamis en het Economisch Instituut voor de Bouw. In de afgelopen jaren was hij onder meer verantwoordelijk voor diepgaande analyses binnen de vastgoedmarkt, diverse onderzoekspublicaties en strategische advisering van een groot aantal opdrachtgevers.

Er zijn extra richtlijnen nodig voor het eenduidig waarderen van duurzame woningcomplexen door vastgoedtaxateurs. In de huidige praktijk levert de taxatie van eenzelfde complex door verschillende taxateurs uiteenlopende waarden op. Extra regels van organisaties als het NRVT, RICS of TEGoVA zouden taxateurs helpen om tot een eenduidige waardering te komen.

Dit constateren Larissa Cordewener en Martijn Dröes in hun artikel ‘Hoe implementeert de taxateur de waarde van duurzaamheid?’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoed-onderzoekers Nederland. Voor de particuliere markt is er al veel onderzoek gedaan naar de invloed van het energielabel, verduurzaming en het effect hiervan op de waarde van een woning, constateren de auteurs. Voor professionele beleggers is het nog steeds onzeker of investeringen in duurzaamheid zich vertalen in een hogere waarde van het vastgoed.

Uit het onderzoek blijkt dat eenduidige richtlijnen en standaarden ontbreken voor het waarderen van duurzaamheid door taxateurs. Instanties als het Nederlands Register van Vastgoedtaxateurs (NRVT), The Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS) of The European Group of Valuers’ Associations (TEGoVA) zouden die kunnen opstellen. Daarbij zijn vuistregels als ‘een wooncomplex met energielabel A is tien procent meer waard dan een wooncomplex met energielabel F’ onvoldoende. Hierin spelen namelijk ook zaken als de markt, locatie, sector en tijd een rol.

Wel zouden volgens de auteurs richtlijnen kunnen bepalen welk energielabel als standaard wordt gekozen, waarna afslagen en opslagen in bepaalde parameters worden gebruikt als een wooncomplex van dit energielabel afwijkt. Daarvoor moet wel eerst meer duidelijkheid komen over de kosten van het verduurzamen van een wooncomplex. Dit kan worden opgenomen in publieke bronnen en data die door de taxateur worden gebruikt.

Download hier de pdf met het volledige artikel.

Praktijkbijdrage

Het artikel van Cordewener en Dröes is de eerste zogeheten praktijkbijdrage in het tijdschrift Real Estate Research Quarterly. Het gaat om een nieuw type artikel waarin niet een wetenschappelijk onderzoek centraal staat, maar waarin vraagstukken en ontwikkelingen uit de praktijk in de vastgoedsector worden beschreven.

Over de auteurs

Larissa Cordewener RT MSc MSRE is associate director Valuation & Advisory bij de internationale vastgoedadviseur CBRE. Dr. Martijn Dröes is universitair hoofddocent aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam en research fellow aan de Amsterdam School of Real Estate.

Het succes van de energietransitie in sociale huur staat of valt met het gedrag van bewoners en hun bereidheid om met duurzame technieken om te leren gaan.

Een consortium van 15+ woningcorporaties en kennisinstellingen biedt je een interactieve ochtend aan. Vol inzichten in het gedrag van huurders en op wetenschap gebaseerde oplossingen (tools, games, data) die bewoners motiveren bij verduurzaming.

Krijg in interactieve sessies antwoord op vragen als:
– Hoe kan virtual reality draagvlak voor renovatie versterken?
– Hoe ontstaat niet-duurzaam gedrag in gerenoveerde woningen?
– Wat vertelt een miljoen microdata over de effecten van energietransitie voor bewoners?

Kom op 30 januari 2024 naar het congrescentrum van TU/e (10 minuten lopen van het station) in Eindhoven voor inzichten, inspiratie en om elkaar te ontmoeten. Het duurt van 9.30 tot 14.30 uur. De workshop is gratis, er is wel een bijdrage bij no-show. We verwelkomen graag een diverse groep aan deelnemers, maar het aantal plekken is beperkt. Voor programma en aanmelden: www.wetenschap4corporaties.nl.

Georganiseerd door onderzoeksprogramma BEL, TU/e Bouwkunde en Woonbedrijf en gesteund door VOGON.

De workshop is interessant voor onder andere medewerkers van corporaties, samenwerkingspartners, studenten.

Geautomatiseerde taxaties van vastgoedobjecten met computermodellen zijn tot nu toe niet transparant genoeg om de traditionele taxateur te vervangen. Hybride werkwijzen – waarbij mens en machine samenwerken – worden steeds vaker gebruikt en lijken de consistentie, en daardoor de kwaliteit, van waarderingen te verbeteren.

Dat stellen Daan van der Hoeven en Mark van Duijn in het artikel ‘Verkenning implementatie taxatie-expertise in geautomatiseerde waarderingen in Nederland’ in Real Estate Research Quarterly, het kwartaalblad van de Vereniging van Vastgoedonderzoekers Nederland (VOGON). Ze adviseren de in computermodellen gebruikte algoritmes openbaar beschikbaar te stellen, zodat er standaardisatie in de vastgoedtaxatiepraktijk ontstaat.

Recente onderzoeken laten zien dat zogeheten Automatic Valuation Models (AVM’s) de potentie hebben om traditionele waarderingsmethoden na te bootsen en de productiviteit van vastgoedtaxateurs te verhogen. Toch lijkt het de auteurs onwaarschijnlijk dat het gebruik van AVM’s traditionele waarderingsmethoden al op korte termijn zullen vervangen. De huidige wet- en regelgeving schrijft een fysieke opname en inspectie van het vastgoedobject voor en een validiteits- en plausibiliteitstoets die door een registertaxateur moeten worden uitgevoerd.

Om AVM’s toe te kunnen passen moet de registertaxateur de waardebepaling goed kunnen onderbouwen. In hun artikel tonen Van der Hoeven en Van Duijn hoe AVM’s in de huidige taxatiepraktijk voor taxateurs een waardevol hulpmiddel kunnen zijn door het geven van onafhankelijke, efficiënte en nauwkeurige waardebepalingen. Versoepelingen binnen de standaarden van de Europese en Internationale waarderingsstandaarden zijn echter nodig om een verdergaande verandering teweeg te brengen.

Download hier de pdf met het volledige artikel.

Over de auteurs

Daan van der Hoeven MSc is taxateur en product owner bij Envalue waar hij zich specialiseert in AVM’s en verdere automatisering van het vastgoedtaxatieproces. Van der Hoeven rondde in 2022 zijn masterscriptie af voor de opleiding MSc. Real Estate Studies, Rijksuniversiteit Groningen, waarbij hij onderzoek deed naar de potentie van taxateur-gebaseerde AVM’s. 

Dr. Mark van Duijn is universitair docent woningmarkt en vastgoed, afdeling Economische Geografie, Rijksuniversiteit Groningen, coördinator MSc Real Estate Studies en bestuurslid RSA Nederland.

Het VOGON-symposium 2023 stond in het teken van de dynamiek op de woningmarkt. Door verschillende externe factoren en overheidsingrijpen is de woningmarkt in beweging als – bijna – nooit tevoren. Hoge ambities, gepaard aan fiscale maatregelen voor vooral de huurwoningmarkt, zetten de markt onder hoogspanning.

De effecten van de gestegen rente, blijvend hoge vraag en afschaffing voor de verhuurdersheffing, bieden een veelzijdige problematiek. Doelstellingen ter verbetering en versnelling worden nauwelijks gehaald en de conjunctuur kan een verdere verslechtering betekenen. Het congres was vooral gericht op actuele ontwikkelingen en de toekomstige effecten hiervan.

VOGON-voorzitter Maarten Donkers heet bezoekers en sprekers welkom in het pop-up Rietveld Theater in het Kabeldistrict in Delft (foto’s: Johannes van Bentum).

In een korte toelichting door Olga Wagenaar van Amvest krijgen deelnemers zicht op de transformatieopgave en de uitdagingen binnen de gebiedsontwikkeling Kabeldistrict.

Onder leiding van dagvoorzitter Wabe van Enk (PropertyNL) kwamen diverse aspecten van de huidige dynamiek op de woningmarkt aan bod.

Stefan Janssen van Capital Value schetst, op basis van zijn ervaring en inhoudelijke betrokkenheid bij woningtransacties, de dynamiek in de woningmarkt.

Marja Elsinga van TU Delft geeft duiding en een kritische reflectie op het woningmarktbeleid van de overheid, aangevuld met onverwachte inzichten en duiding van de rollen van onder andere woningcorporaties.

Marc Francke van Ortec Finance verrijkt het inzicht in de woningmarkt met het cijfermatige onderzoek dat hij en collega’s uitvoerden naar de middenhuur en de effecten van de regulering op de woningmarkt van deze huurklasse.

Isabel van de Geer (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) zoomde in op de beoogde effecten en maatregelen van het gevoerde woningmarktbeleid.

Als intermezzo reikte Theo Arentze de VOGON Research Award 2022 uit aan de auteurs van het beste onderzoeksartikel uit jaargang 21 van het verenigingsblad Real Estate Research Quarterly.

Het artikel ‘De realisatie van goedgekeurde plannen: inzicht in de doorlooptijden en factoren’ van Huub Ploegmakers (midden), Pim Beckers (links) en Babak Firoozi Fooladi is winnaar van de VOGON Research Award 2022. VOGON-voorzitter Maarten Donkers (rechts) feliciteert de winnaars en overhandigt bloemen.

Juryvoorzitter Theo Arentze overhandigt Annette Duivenvoorden (Platform 31) een oorkonde voor de nominatie voor de VOGON Research Award 2022 van haar artikel ‘Woonaanbod voor senioren eist vraaggericht ontwikkelen’, geschreven met Gert Jan Hagen (SpringCo Urban Analytics).

We sluiten de middag af met een panelgesprek met van links naar rechts Isabel van de Geer, Thijs Guinee (Altera Vastgoed) en Coen van Rooyen (WoningBouwersNL).

In de pauze werd er door de VOGON-leden bijgepraat en veel gediscussieerd, ook met de sprekers.

Het symposium werd afgesloten met de traditionele borrel, dit keer in het naast het Rietveld Theater gelegen brouwcafé De Koperen Kat.

Voor aanvang van het symposium werd in de coulissen van het Rietveld Theater de jaarlijkse algemene ledenvergadering van VOGON gehouden.

Juryvoorzitter Theo Arentze draagt voor uit het juryrapport tijdens het VOGON-symposium op 11 mei 2023 in Delft

De awardcommissie heeft zich ook dit jaar gebogen over de vraag welk paper in Real Estate Research Quaterly in aanmerking komt voor de VOGON-award. Dit jaar komen in aanmerking de bijdragen uit de drie edities van de RERQ-jaargang 21. We hebben gelet op de relevantie voor de vastgoedpraktijk, originaliteit, nieuwe inzichten, toegankelijkheid en de methodologische verantwoording. De commissie heeft eerst uit het totaal van dertien bijdragen een shortlist bepaald. Op de shortlist van de commissie staan, in volgorde van verschijnen, de volgende drie artikelen:

  • “Reële opties en stedelijke woningbouw of Uitstel is niet altijd afstel”, door Rutger-Jan Lange en Coen Teulings
  • “De realisatie van goedgekeurde plannen: inzicht in de doorlooptijden en factoren”, door Huub Ploegmakers, Pim Beckers en Babak Firoozi Fooladi
  • “Woonaanbod voor senioren eist vraaggericht ontwikkelen”, door Annette Duivenvoorden en Gert Jan Hagen

Alle drie de genomineerde artikelen richten zich, zij het op verschillende manieren en met verschillende invalshoeken, op de nieuwbouwopgave. Landen wereldwijd, en dat is dus inclusief Nederland, worstelen met een gebrek aan woningen. Het is een zeer relevant onderwerp waar nog vele vragen over bestaan en waar deze drie artikelen op verschillende manieren een deel van het antwoord geven. Mogelijk een klein deel van het antwoord, maar het vinden van die antwoorden is waarom research wordt gedaan en gepubliceerd in de Real Estate Research Quarterly.

Uit deze drie genomineerden heeft de commissie vervolgens het awardwinnende paper geselecteerd, die ik nu bekend zal maken. De VOGON-award 2022 wordt uitgereikt aan:

  • “De realisatie van goedgekeurde plannen: inzicht in de doorlooptijden en factoren”, door Huub Ploegmakers, Pim Beckers en Babak Firoozi Fooladi

In deze studie gaan de onderzoekers in op de vraag in hoeverre er sprake is van vertraging bij de realisatie van planologisch goedgekeurde plannen voor woningbouw. Meer inzicht in de duur en onderliggende factoren is van groot belang gegeven het woningtekort en het ogenschijnlijke trage tempo. Op basis van een unieke dataset en een zorgvuldige analyse laat de studie zien dat er inderdaad sprake is van vertraging en dat de stijgende woningprijzen hierbij een factor is. Tegen de verwachting in komt verder naar voren dat, gecorrigeerd voor de omvang van de plannen, binnenstedelijke plannen natuurlijk later starten, maar sneller worden voltooid. De heldere analyses, de zorgvuldigheid van de besprekingen, en de gedegen wetenschappelijke onderbouwing maken dit onderzoek, volgens de jury, tot een waardig awardwinnend artikel.

Ik wil dan ook graag, ook namens de andere leden van de jury – Dick Vos, Maarten Jennen en Hilde Remøy – de auteurs van harte feliciteren met deze prijs!

VOGON Award commissie
Prof. Theo Arentze, Technische Universiteit Eindhoven
Dick Vos MRE, VMC Invest,
Dr. Maarten Jennen, PGGM,
Dr. Hilde Remøy, Technische Universiteit Delft