Tag Archief van: woningmarkt

De CBS Huishoudensprognose 2021-2070 voorspelt dat het aantal huishoudens in Nederland zal groeien van 8 miljoen in 2021 naar bijna 9,8 miljoen in 2070. Deze stijging, vooral gedreven door bevolkingsgroei en vergrijzing, vergroot de druk op de woningmarkt aanzienlijk.

Het meest opvallend is de verwachte toename van het aantal eenpersoonshuishoudens, die verantwoordelijk zal zijn voor bijna twee derde van de totale groei. Dat schrijft Henny Stoeldraijer in haar artikel ‘In de toekomst vooral meer oudere eenpersoonshuishoudens’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland (VOGON).

Verdunning van huishoudens

De bevolkingsgroei vormt een belangrijke motor achter deze ontwikkeling. Nederland zal volgens de prognose in omvang toenemen van 17,5 miljoen inwoners in 2021 naar 20,6 miljoen in 2070. Migratie en een langere levensverwachting spelen hierin een grote rol. Daarnaast wordt huishoudensverdunning steeds zichtbaarder: huishoudens worden gemiddeld kleiner, van 2,14 personen in 2021 naar 2,06 in 2070. Deze trend wordt voornamelijk veroorzaakt door de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens, met name bij ouderen.

Ingrijpende verschuivingen

De demografische verschuivingen zijn ingrijpend. Het aantal alleenstaanden van 75 jaar en ouder zal tot 2050 verdubbelen naar bijna 1,2 miljoen. Bij jongere leeftijdsgroepen, zoals alleenstaanden van 25 tot 45 jaar, wordt in de komende decennia een lichte groei verwacht, waarna deze stabiliseert. Tegelijkertijd groeit het aantal meerpersoonshuishoudens minder sterk. Deze groep, waartoe paren zonder kinderen en paren met kinderen behoren, zal toenemen van 4,9 miljoen in 2021 naar 5,6 miljoen in 2070. Het aantal eenoudergezinnen stijgt eveneens, van 594.000 naar 744.000. Daarnaast wordt een significante groei verwacht in het aantal instellingsbewoners, zoals ouderen in verzorgingshuizen. Dit aantal zal naar verwachting groeien van 259.000 in 2021 naar 400.000 in 2050, mede door de dubbele vergrijzing en een toenemende zorgvraag.

Woningen voor alleenstaanden

De toenemende groei en veranderingen in de huishoudenssamenstelling stellen de woningmarkt voor grote uitdagingen. Er is niet alleen behoefte aan meer woningen, maar ook aan woningen die specifiek geschikt zijn voor ouderen en alleenstaanden. Tegelijkertijd zijn de prognoses niet zonder onzekerheden. Veranderingen in migratie, scheidingsgedrag en woonvoorkeuren kunnen de ontwikkeling van het aantal en type huishoudens beïnvloeden. Het is daarom essentieel dat beleidsmakers deze trends blijven monitoren en anticiperen op de diverse en veranderende woonbehoeften van de toekomst.

Lees hier het complete artikel.

Bekijk hier de nieuwe CBS huishoudensprognose (vanaf 17 december 6.30 uur).

Over de auteur

Dr. Lenny Stoeldraijer is een statistisch onderzoeker bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De nieuw verschenen digitale editie van Real Estate Research Quarterly bevat vijf artikelen waarvan er vier over de woningmarkt gaan. Het vijfde artikel is een opinieartikel dat ingaat op de vermeende schaarste aan bedrijventerreinen in Nederland. Real Estate Research Quarterly is het kwartaalblad van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland (VOGON).

NVM voorspelt CBS-cijfers

De ontwikkeling van de huizenprijzen in Nederland wordt bijgehouden door makelaarsvereniging NVM en door het CBS. Deze cijfers lopen alleen nooit gelijk op. De NVM-cijfers zijn snel beschikbaar, aan de CBS-cijfers wordt langer gerekend. Toch kunnen op basis van de NVM-cijfers met grote betrouwbaarheid de CBS-cijfers worden voorspeld. Dat stelt dr. Dorinth van Dijk van De Nederlandsche Bank in zijn artikel ‘Nowcasten van CBS-huizenprijzen met NVM-huizenprijzen’.

Prijseffect overstromingsrisico

De risico’s van een overstroming in Nederland zijn klein, maar de gevolgen zijn groot. Door klimaatverandering neemt dit risico toe. Uit de verkoopprijs van woningen met een hoger overstromingsrisico blijkt niet dat huizenkopers zich hiervan bewust zijn. Dit constateert onderzoeker Woningmarkt Lianne Hans van het Kadaster in haar artikel ‘Prijseffecten overstromingsrisico’s op de Nederlandse woningmarkt’.

Geen extra bedrijventerreinen

Het ministerie van Economische Zaken bepleit een forse uitbreiding van het areaal bedrijventerreinen in Nederland. Nergens voor nodig, betoogt zelfstandig adviseur Han Olden. Ook aanbevelingen over de verduurzaming van bestaande bedrijventerreinen van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) werken volgens hem belemmerend. Dit betoogt Olden in zijn perspectiefbijdrage ‘Het roer moet eindelijk om op bedrijventerreinen’.

Huuropbrengsten fors omlaag

De Eerste Kamer heeft eind juni 2024 de Wet betaalbare huur aangenomen. De daarin opgenomen middenhuurregulering verlaagt de gemiddelde opbrengst van middeldure huurwoningen met 2400 euro, ofwel 200 euro per maand. Fijn voor huurders, maar het vergroot de kans dat beleggers hun woningen in dit segment verkopen, waardoor het aanbod van huurwoningen daalt. Dat onderbouwen Maarten van ‘t Hek en prof. dr. Marc Francke in hun artikel ‘De invloed van de middenhuurregeling op de potentiële huur en marktwaarde’.

Prijseffect Blankenburgverbinding

Een nieuwe snelwegtunnel verbindt eind dit jaar de A20 bij Vlaardingen met de A15 bij Rozenburg. Deze Blankenburgverbinding verlicht het forensenverkeer in Zuidwest-Nederland, maar verhoogt de druk op de regionale woningmarkt. Hierdoor zal de prijs van woningen aan de zuidwestkant van de verbinding stijgen. Dat constateren onderzoekers Rosa van der Drift, Harry Boumeester en Harry van der Heijden van de TU Delft in hun artikel ‘De Blankenburgverbinding: de gevolgen voor de regionale woningmarkt.

Download hier de complete RERQ-editie.

Na 8 jaar aan de Erasmus Universiteit als hoogleraar Vastgoedbeleggen en 14 jaar aan de Universiteit Tilburg als hoogleraar Vastgoedeconomie krijgt vastgoedprofessor Dirk Brounen binnenkkort een nieuwe leerstoel aan de Universiteit Maastricht. Hij blijft een deel van zijn tijd verbonden aan de vastgoedopleiding van Tias Business School in Tilburg en Utrecht. In Maastricht zal hij zich bezighouden met het onderwerp Housing & Household Finance.

‘We kijken nu nog naar de woningmarkt op basis van uitgangspunten van de jaren vijftig. Waarom hebben hypotheken een looptijd van dertig jaar, terwijl de gemiddelde levensverwachting is gestegen tot boven de tachtig? We laten jonge gezinnen betalen voor de AOW’ers van nu en dwingen ze hun hypotheken binnen dertig jaar af te lossen’, zegt hij over zijn kennisgebied in het vakblad PropertyNL.

Nederland kan volgens het vakblad veel winnen met academisch onderlegd onderzoek naar de voor velen belangrijkste economische beslissing in een mensenleven: het kopen van een woning. Een vingeroefening voor zijn nieuwe leerstoel was zijn boek ‘Nooit meer slapend arm: Actieplan voor een financieel fitte toekomst’. Dat schreef hij met Kees Koedijk, zijn collega-hoogleraar Financieel Management in Tilburg. Dat boek gaf antwoorden op vragen als ‘Wat wil je later realiseren?’ en ‘Wat moet je daar nu voor doen en regelen?’

Een nieuwe snelwegtunnel verbindt eind dit jaar de A20 bij Vlaardingen met de A15 bij Rozenburg. Deze Blankenburgverbinding verlicht het forensenverkeer in Zuidwest-Nederland, maar verhoogt de druk op de regionale woningmarkt. Hierdoor zal de prijs van woningen aan de zuidwestkant van de verbinding stijgen.

Dat constateren onderzoekers Rosa van der Drift, Harry Boumeester en Harry van der Heijden van de TU Delft in hun artikel ‘De Blankenburgverbinding: de gevolgen voor de regionale woningmarkt’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland (VOGON).

De Delftse onderzoekers beschrijven vooraf de impact van de Blankenburgverbinding op de woningmarkt in de regio. De uitkomsten wijzen erop dat de regio’s ten zuidwesten van de snelwegtunnel aanzienlijk aantrekkelijker worden. Deze woningmarktgebieden profiteren van een verbeterde bereikbaarheid van werkgelegenheid, wat zal leiden tot een toename in de vraag naar woningen en uiteindelijk tot (relatief) stijgende koopprijzen.

Tolheffing tempert vraag

Op de korte termijn wordt de groei van deze vraag enigszins getemperd door tolheffing voor het gebruik van de Blankenburgverbinding, wat de aantrekkelijkheid van woningen bij de verbinding iets vermindert. Op de lange termijn wordt deze tolheffing echter afgeschaft, wat naar verwachting leidt tot een verdere toename van de vraag naar deze woningen en daarmee een verder stijgende koopprijs.

Het gaat om de ruwe, eerste uitkomsten van hun onderzoeksmodel, waarschuwen de onderzoekers. Het gepresenteerde model gaat nog uit van een statische woningmarkt. Zo wordt bijvoorbeeld aangenomen dat het opleidingsniveau van de bevolking niet verandert door de aanleg van de Blankenburgverbinding. Toch is uit de literatuur bekend dat de concentratie van hoogopgeleiden kan veranderen door de aanleg van infrastructuur.

Selectief verhuispatroon

Uit eerder onderzoek blijkt dat de woningmarktgebieden rond de Blankenburgverbinding een selectief verhuispatroon kennen. Gemeenten aan de zuidkant zijn aantrekkelijk voor gezinnen met kinderen en huishoudens met een hoog inkomen, terwijl gemeenten aan de noordkant juist meer alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens zonder kinderen trekken. Het is onzeker of de Blankenburgverbinding deze trend zal versterken of juist een nieuw selectief migratiepatroon veroorzaakt. Bovendien kunnen door de verbeterde bereikbaarheid andere indirecte effecten op de woningmarkt optreden, zoals veranderingen in economische bedrijvigheid in de noordelijke of zuidelijke regio.

Lees hier het complete artikel.

Over de auteurs

Rosa van der Drift is promovenda woningmarkteconomie aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Dr. Harry Boumeester is daar onderzoeker en universitair docent Housing Systems. Dr. Harry van der Heijden is er universitair hoofddocent Housing Systems.

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de gemeenten Hellevoetsluis, Voorne aan Zee, Rotterdam, Nissewaard en de woningcorporaties Maasdelta Groep, Leeuw van Putten, De Zes Kernen, Woningbouwvereniging Hoek van Holland en Ressort Wonen.

De Eerste Kamer heeft eind juni 2024 de Wet betaalbare huur aangenomen. De daarin opgenomen middenhuurregulering verlaagt de gemiddelde opbrengst van middeldure huurwoningen met 2400 euro, ofwel 200 euro per maand. Fijn voor huurders, maar het vergroot de kans dat beleggers hun woningen in dit segment verkopen, waardoor het aanbod van huurwoningen daalt.

Dat constateren Maarten van ‘t Hek en prof. dr. Marc Francke in hun artikel ‘De invloed van de middenhuurregeling op de potentiële huur en marktwaarde’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland.

Afname voorraad betaalbare huurwoningen

De middenhuurregulering zorgt voor 420.000 extra betaalbare huurwoningen voor middeninkomens. De vrije huursector daalt daardoor van 700.000 naar 280.000 woningen. De keerzijde daarvan is dat de marktwaarde van middenhuurwoningen daalt door gemiddeld 2400 euro lagere huuropbrengsten per jaar. De waarde bij exploitatie (blijven verhuren) daalt met 15,4% en de waarde bij uitponden (verkopen op de markt voor eigenaarbewoners bij vertrek van de zittende huurder) met 0,3%. Het gat tussen beide waarden wordt hierdoor groter. Dit vergroot de kans op verkoop met als gevolg een afname van de voorraad middenhuurwoningen.

Naast de middenhuurregeling heeft de overheid ook maatregelen aangekondigd die de belastingdruk voor particuliere verhuurders doen toenemen. Daarnaast is de rente de afgelopen tijd toegenomen waardoor herfinanciering van hypotheken duurder wordt en het rendement op andere beleggingen toeneemt. Deze combinatie van effecten leidt ertoe dat de mogelijkheid bestaat dat vrijkomende huurwoningen niet opnieuw worden verhuurd, maar worden verkocht – de middenhuurvoorraad neemt dan af terwijl het doel van de minister is om deze voorraad te laten groeien.

Druk op vrije huursector

Ook kan de middenhuurregeling in combinatie met de andere omstandigheden er volgens de onderzoekers toe leiden dat er meer druk ontstaat op een vrije huursector die kleiner is, waardoor huurprijzen kunnen oplopen. Ook wordt er mogelijk minder geïnvesteerd in middenhuurwoningen doordat het rendement te laag is. De regulering kan leiden tot nieuwe vormen van (dure en goedkope) scheefhuur doordat mensen langer blijven wonen in hun (schaarse) woning. Dit kan ook leiden tot een verlaging van de arbeidsmobiliteit doordat mensen niet in de buurt van hun werk kunnen wonen.

Lees hier het complete artikel.

Over de auteurs

Maarten van ’t Hek is senior consultant bij Ortec Finance in Rotterdam. Prof. dr. Marc Francke is hoogleraar Real Estate Analytics aan de Universiteit van Amsterdam en hoofd Vastgoedonderzoek bij Ortec Finance in Rotterdam.

De risico’s van een overstroming in Nederland zijn klein, maar de gevolgen zijn groot. Door klimaatverandering neemt dit risico toe. Uit de verkoopprijs van woningen met een hoger overstromingsrisico blijkt niet dat huizenkopers zich hiervan bewust zijn.

Dit constateert onderzoeker Woningmarkt Lianne Hans van het Kadaster in haar artikel ‘Prijseffecten overstromingsrisico’s op de Nederlandse woningmarkt’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland.

Zij vroeg zich af of woningeigenaren al rekening houden met de mogelijke gevolgen van overstromingen. Als dat het geval is, zou er een prijseffect zichtbaar moeten zijn. Haar onderzoek toont dat kopers slechts in beperkte mate overstromingsrisico’s meenemen bij het kopen van een nieuwe woning. Woningen met een groot overstromingsrisico zijn niet duidelijk goedkoper dan woningen zonder overstromingsrisico.

In het verleden hadden woningen met een middelgrote of kleine kans op overstroming wel een gemiddeld lagere prijs dan woningen zonder overstromingsrisico. Maar voor deze woningen is er sinds 2016 in de onderzoeksresultaten juist een sterkere prijsstijging zichtbaar dan voor woningen zonder overstromingsrisico. Hierdoor is er de laatste jaren geen duidelijk prijsverschil meer. Door de krapte op de woningmarkt spelen factoren als het overstromingsrisico mogelijk een minder grote rol, stelt onderzoeker Hans.

Omgekeerd effect

Uit het onderzoek blijkt juist een omgekeerd effect wanneer wordt gekeken naar de hoogte van de woningprijs en de afstand tot water. Wonen in de buurt van water wordt juist hoger gewaardeerd. Wordt hiervoor gecorrigeerd, dan lijken kopers wel in beperkte mate overstromingsrisico’s mee te wegen bij de aankoop van een nieuwe woning in de buurt van water.

Die uitkomst is in lijn met resultaten van eerder onderzoek. Het hoge water eind 2023 en de aandacht die media hebben voor de effecten van klimaatverandering maken consumenten bewuster van de risico’s van overstroming. Het toenemende bewustzijn kan in de toekomst leiden tot een andere prijsvorming in risicogebieden, maar ook marktomstandigheden spelen een belangrijke rol. Herhaalonderzoek kan dit aantonen.

Verschillende datasets

Het onderzoek is uitgevoerd met verschillende datasets van het Kadaster en Rijkswaterstaat. De basis is een dataset van alle woningtransacties in de periode 2009 tot en met het eerste halfjaar van 2023 uit de Basisregistratie Kadaster waaraan gegevens over de woningen vanuit de Basisadministratie Gebouwen zijn gekoppeld. Het hoge water eind 2023 valt dus buiten het onderzoek.

Bij appartementen wordt onderscheid gemaakt tussen grondgebonden en niet-grondgebonden appartementen. Alleen de grondgebonden appartementen zijn meegenomen. Niet-grondgebonden appartementen op hogere verdiepingen lopen minder risico op schade bij een overstroming. De verdiepingshoogte is met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) toegevoegd.

Lees hier het complete artikel.

Over de auteur

Lianne Hans is onderzoeker Woningmarkt bij het Kadaster.

Vijf promovendi van verschillende Nederlandse universiteiten presenteerden tijdens het PhD-event van VOGON op 28 mei 2024 presenteerden hun laatste research op het terrein van vastgoed. Het evenement wordt eens in de twee jaar georganiseerd. Plaats van handeling was de Amsterdam School of Real estate. Vier van de vijf presentaties gingen over de woningmarkt. Eén presentatie behandelde de voorkeuren van kantoorwerkers in de keuze tussen thuiswerken en een werkdag op kantoor. Professor dr. Marc Francke (UvA) en professor Theo Arentze (TU/e) bediscussieerden de presentaties en stelden aanvullende vragen. Daarna beantwoorden de promovendi vragen uit de zaal. De voertaal was Engels, de organisatie in handen van Bas Hilgers en Arjan de Leuw.

Klik hieronder op de link voor de betreffende presentatie.

Jia Ning (VU), List price change and directed buyer search in the housing market

Ning presenteerde een paper dat hij schreef samen met professor dr. Jan Rouwendal over het bepalen van vraagprijzen in de woningmarkt. Woningverkopers staan daarbij voor een dilemma: willen zij snel een koper vinden, of gaan zij voor de hoogste prijs? Een hoge vraagprijs kan een hogere verkoopprijs opleveren, maar daar staat doorgaans een langere verkooptijd tegenover. Ning keek in zijn onderzoek naar de verandering in geïnteresseerde kopersgroepen in relatie tot een verandering in de vraagprijs. Hij gebruikte voor zijn onderzoek een dataset afkomstig van een makelaarsorganisatie die ongeveer de helft van de transacties op de particuliere woningmarkt in Beijing begeleidt. Een verhoging – niet ongebruikelijk in de voorheen overspannen Chinese woningmarkt – of verlaging van de vraagprijs heeft direct gevolgen voor de groepen kopers die interesse in de woning tonen.

Deniz Tuzcuoglu (TU/e), Workplace preferences (at home and at office): A stated choice experiment with two Dutch municipalities

Rosa van der Drift (TU/d), Unraveling the Role of Home Equity in Dynamic Housing Markets

Felipe Dutra Calainho (UvA), Are you sure about that? Prediction Intervals for Automated Valuation Models

Arjan de Leuw (UvA/DNB), Optimistic or pessimistic: Price effect of individual sentiment in the housing market

Tuesday, May 28, 2024 | 14:00 – 18:00 | Amsterdam School of Real Estate

We are happy to invite you to the annual VOGON PhD Event! The purpose of this meetup is to showcase and discuss innovative work by PhD students in the Netherlands within the field of real estate. There will be plenty of opportunity for academics and professionals to interact and learn from each other. As such, the emphasis will be on both content and networking.

With acting discussants Prof. Dr. Marc Francke, Prof. Edwin Buitelaar, Prof. Theo Arentze five speakers will present their work:

Jia Ning (VU)

List price change and directed buyer search in the housing market

Deniz Tuzcuoglu (TU/e)

Workplace preferences (at home and at the office): A stated choice experiment with two Dutch municipalities

Sophie Shuller (TU/e)

Impact of office design on neurophysiological stress and cognition

Rosa van der Drift (TU/d)

T.B.A.

Felipe Dutra Calainho (UvA)

T.B.A.

Arjan de Leuw (UvA/DNB)

Optimistic or pessimistic: Price effect of individual sentiment in the housing market

The program:

14.00 – 15.30 First round of presentations

15.30 – 16.00 Break

16.00 – 17.00 Second round of presentations

17.00 – 18.00 Drinks

Register here

Anyone with an interest in novel research is most welcome to join. The event will be held at Jollemanhof 5, 1019 GW Amsterdam (ASRE). Registration for the event is free of charge. If you have any further questions, please do not hesitate to contact us.

Bas Hilgers and Arjan de Leuw

info@vogon.nl

CBS-huizenprijzen zijn met NVM-cijfers betrouwbaar te voorspellen

De ontwikkeling van de huizenprijzen in Nederland wordt bijgehouden door makelaarsvereniging NVM en door het CBS. Deze cijfers lopen alleen nooit gelijk op. De NVM-cijfers zijn snel beschikbaar, aan de CBS-cijfers wordt langer gerekend. Toch kunnen op basis van de NVM-cijfers met grote betrouwbaarheid de CBS-cijfers worden voorspeld.

Dat stelt dr. Dorinth van Dijk van De Nederlandsche Bank in zijn artikel ‘Nowcasten van CBS-huizenprijzen met NVM-huizenprijzen’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoedonderzoekers Nederland (VOGON).

Veel koopstarters, huizenbezitters en economen volgen de ontwikkeling van de huizenprijzen op de voet. Maar de huizenprijscijfers van NVM en CBS lijken het vaak oneens over de ontwikkeling in een kwartaal. Door verschil in meetmomenten, meetmethoden en data kunnen de reeksen verschillen. Met behulp van modellen kan op basis van de NVM-informatie op zeer korte termijn toch accuraat de officiële prijsontwikkeling van het CBS worden voorspeld. Dat is van belang voor de duiding van macro-economische ontwikkelingen en vooruitzichten voor de Nederlandse economie.

In zijn artikel kijkt Van Dijk naar de schatting op korte termijn, dat wil zeggen de huizenprijsgroei voor het lopende of het eerstvolgende kwartaal. Door economen wordt het ramen die korte termijn aangeduid als nowcasting. Zo’n schatting is vaak het uitgangspunt in macro-economische modellen zoals die van het Centraal Plan Bureau of DNB, die huizenprijzen op de langere termijn voorspellen. De resultaten laten zien dat de voorspelfout die ontstaat door simpelweg het cijfer van de NVM een kwartaal te verleggen aanzienlijk wordt verkleind door het gebruik van rekenmodellen.

De gebruikte modellen zijn door Van Dijk bewust simpel gehouden, waardoor er geen extra externe informatie noodzakelijk is. Dit vergroot de praktische toepasbaarheid. Bovendien is de voorspelfout met deze relatief simpele modellen al acceptabel laag. Een verbetering in de nauwkeurigheid zal daarom naar verwachting beperkt zijn met ingewikkeldere modellen waaraan extra informatie over bijvoorbeeld financiële markten of vertrouwenscijfers is toegevoegd.

Download hier het complete artikel (pdf).

Over de auteur

Dr. Dorinth van Dijk is econoom bij de afdeling Econometrie en Modellen bij De Nederlandsche Bank (DNB). Hij behaalde zijn PhD in Finance aan de Universiteit van Amsterdam met het proefschrift “Commercial and residential real estate market liquidity”.

Simon Verstraten (foto, rechts) is winnaar van de VOGON Research Award 2024 met zijn artikel “Bouwkostenontwikkeling krijgt te weinig aandacht in onderzoek naar de invloed op de woningbouwproductie”, gepubliceerd in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly. 

De VOGON Research Award 2024 werd op 7 mei 2024 in Den Haag uitgereikt tijdens het jaarlijkse symposium over vooruitzichten voor kantoren en bedrijventerreinen, georganiseerd door de Vereniging van Vastgoedonderzoekers Nederland (VOGON). Juryvoorzitter professor dr. Theo Arentze, hoogleraar Vastgoedmanagement en -ontwikkeling aan de Technische Universiteit van Eindhoven, feliciteerde de auteur.

“Het artikel biedt een helder inzicht in de invloed van bouwkostenontwikkeling op de woningbouwproductie, gezien de enorme nieuwbouwopgave een kritiek onderwerp binnen de vastgoedsector. De jury erkent de relevantie van dit onderzoek, omdat het niet alleen de problematiek benoemt, maar ook mogelijke oplossingen en implicaties aandraagt. De heldere en doordachte presentatie maakt het toegankelijk voor zowel vakgenoten als beleidsmakers. Uitmuntend werk op het gebied van vastgoedonderzoek.”

Bouwkosten cruciaal voor haalbaarheid

Uit onderzoek door Verstraten blijkt dat de bouwkostenontwikkeling cruciaal is in de mix van factoren die de haalbaarheid van woningprojecten voor ontwikkelaars bepalen. Er is de afgelopen jaren vaak geconstateerd dat de woningproductie niet snel genoeg reageert op veranderingen in vraag en aanbod. De productie blijkt ook nauwelijks te worden beïnvloed door de ontwikkeling van woningprijzen.

Kostenstijging overtreft toename opbrengst

Een verklaring hiervoor ligt in de stijgende bouwkosten. De ontwikkeling van de prijzen op de woningmarkt alleen zegt niets over de aantrekkelijkheid om nieuwe woningen te realiseren. Op het moment dat de kosten harder stijgen dan de prijs en winstmarges afnemen, wordt het realiseren van nieuwe woningen minder aantrekkelijk, stelt Verstraten. Hij is business lead Cost Management bij ingenieursbureau Arcadis. Het artikel is gebaseerd op zijn afstudeerscriptie voor de Master Real Estate aan TIAS in Tilburg.

Lees hier het artikel uit RERQ

Andere genomineerden

De overige genomineerden voor de VOGON Research Award 2024 waren Vincent Roberdel, Ioulia Ossokina, Vladimir Karamychev en Theo Arentze met hun artikel “Grootschalige evaluatie van de effecten van verduurzaming: inzicht in de verschillen tussen de bewoners en hun gedrag” en Daan van der Hoeven en Mark van Duijn met hun artikel “Verkenning implementatie taxatie-expertise in geautomatiseerde waarderingen in Nederland”. 

De jury

De juryleden van de VOGON Research Award 2024 zijn Theo Arentze, (voorzitter, TU Eindhoven), Aart Hordijk (TIAS Business School), Maarten Jennen (PGGM) en Dick Vos (VMC Invest). Omdat Theo Arentze als coauteur betrokken was bij het artikel van Roberdel heeft hij zich afzijdig gehouden bij de beoordeling van dit artikel. Hij heeft geen stem gehad in de nominatie van dit artikel.