Rianne Appel-Meulenbroek is per 1 augustus 2025 benoemd tot hoogleraar Corporate Real Estate & Workplace Management aan het Department of the Built Environment at TU/e Eindhoven. Zij was daar al werkzaam als ‘associate professor’. Appel-Meulenbroek haalde haar masters in real estate management in 1999. Zij was daarna verbonden aan Buck Consultants International en aan ingenieursbureau DHV. In 2004 koos ze voor een academische carrière.

De redactie van Real Estate Research Quarterly heeft een thema-editie uitgebracht over de circulaire economie. Naast een voorwoord bevat deze editie vijf onderzoeksartikelen.

Het themanummer presenteert onderzoek naar de toepassing van de principes van de circulaire economie in de bouw. De bouw en exploitatie van de gebouwde omgeving hebben een aanzienlijke impact op het milieu, voornamelijk door het grote aandeel in grondstoffenverbruik, afvalproductie en uitstoot van broeikasgassen. In Nederland is de bouwsector verantwoordelijk voor 40% van het nationale energieverbruik en 30% van de afvalproductie, wat de dringende noodzaak benadrukt voor duurzamere praktijken en de implementatie van de principes van de circulaire economie (van Oorschot et al., 2023).

Om de grote milieu-impact te verkleinen heeft Nederland de ambitie om voor 2050 volledig circulair te zijn. Het ambitieuze Nationaal Programma Circulaire Economie maakt het voor de bouwsector noodzakelijk om circulaire bouwstrategieën en -praktijken te adopteren om aan deze duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen (Joensuu et al., 2020). De overgang naar een circulaire economie kan de milieu-impact aanzienlijk verminderen door de levenscyclus van gebouwen en hun materialen te verlengen door hergebruik, recycling en het verminderen van grondstoffenwinning en door afvalproductie te bevorderen en biobased-materialen te gebruiken (Malabi Eberhardt et al., 2021).

Het Nieuwe Normaal: het meten van circulariteit in de bouw

Dit artikel van Hans Wamelink en Tomas Peeters bespreekt hoe de ambitie om in 2050 volledig circulair te zijn vorm krijgt in de praktijk. Het beschrijft de ontwikkeling van een raamwerk dat verschillende circulaire indicatoren integreert, specifiek ontwikkeld voor en door de Nederlandse bouwsector: Het Nieuwe Normaal (HNN), als 1.0 versie gelanceerd in december 2023.

Lees hier het artikel ‘Het Nieuwe Normaal: het meten van circulariteit in de bouw

From vision to action: An integrative approach for circular adaptive reuse 

Brian van Laar, Mohammad B. Hamida en Angela Greco schreven dit artikel naar aanleiding van onderzoek aan de TU Delft. Circulaire transformatie kan worden ingezet om verouderde panden aan te pakken en de waarde ervan te verhogen, terwijl energiegebruik en afvalproductie worden gereduceerd en minder nieuwe grondstoffen nodig zijn. Het bij elkaar brengen van visionaire hergebruikscenario’s en ontwerpstrategieën blijft echter een uitdaging. Dit artikel presenteert een aanpak om systematisch circulaire vastgoedscenario’s te definiëren en deze te vertalen naar uitvoerbare strategieën.

Lees hier het artikel ‘From vision to action: An integrative approach for circular adaptive reuse

Hergebruik van bouwcomponenten door matching van demontage en ontwerp 

Ana Luísa Martins da Conceição van Nieuwenhuizen, Marc van den Berg en Vincent Gruis brengen in dit artikel hergebruik van gebouwniveau terug tot componentenniveau. Het matchen van vraag en aanbod van herbruikbare componenten blijft een uitdaging. Samenwerking tussen slopers en ontwikkelaars kan hierbij helpen. Met een casestudie is een samenwerking onderzocht waarbij een nieuw ‘doelgebouw’ wordt ontwikkeld met herbruikbare componenten van een ‘donorgebouw’.

Lees hier het artikel ‘Hergebruik van bouwcomponenten door matching van demontage en ontwerp

Circular Renovation of Aged Educational Buildings: Context and Necessities for Transformation in the Netherlands

Dit artikel van Fujing Ma, Thorsten Schröder en Juliette Bekkering focust op de circulaire renovatie van scholen en stelt een circulaire aanpak voor om levenscycli van gebouwen te verlengen, afval en uitstoot van broeikasgassen te verminderen en educatieve omgevingen te verbeteren. Circulaire renovatie actualiseert educatieve gebouwen en bevordert duurzaamheid in de bouwsector, wat essentieel is voor toekomstige ontwikkeling.

Lees hier het artikel ‘Circular Renovation of Aged Educational Buildings: Context and Necessities for Transformation in the Netherlands

Industrieel erfgoed (her)bestemd – het faciliteren van de circulaire maakindustrie

Dat bestaand vastgoed ook een rol kan spelen om de circulaire economie juist te faciliteren, beschrijft Christiaan Hanse in dit artikel. Duidelijk wordt dat transformatie van stedelijk industrieel erfgoed ruimte kan bieden aan circulaire maakindustrie van diverse schaalgroottes en sectoren. Dit levert vervolgens een bijdrage aan de (toekomstige) circulaire economie in steden.

Lees hier het artikel ‘Industrieel erfgoed (her)bestemd – het faciliteren van de circulaire maakindustrie

Namens de redactie,

Hilde Remøy

Download hier de complete editie.

Bronnen

  • Joensuu, T., Edelman, H., & Saari, A. (2020). Circular economy practices in the built environment. Journal of Cleaner
    Production, 276, 124215. https://doi.org/10.1016/j.jclepro.2020.124215
  • Malabi Eberhardt, L. C., van Stijn, A., Kristensen Stranddorf, L., Birkved, M., & Birgisdottir, H. (2021). Environmental Design Guidelines for Circular Building Components: The Case of the Circular Building Structure. Sustainability, 13(10), Article 10. https://doi.org/10.3390/su13105621
  • van Oorschot, J., Sprecher, B., Rijken, B., Witteveen, P., Blok, M., Schouten, N., & van der Voet, E. (2023).
    Toward a low-carbon and circular building sector: Building strategies and urbanization pathways for the Netherlands.
    Journal of Industrial Ecology, 27(2), 535–547. https://doi.org/10.1111/jiec.13375

Tijdens de E-CREDA Annual Conference op 16 mei 2025 in Amsterdam werd pijnlijk duidelijk dat de vastgoedsector zich in een fundamentele transitie bevindt. De rode draad? In een wereld vol onzekerheid zijn data, technologie en nieuwe vaardigheden essentieel om relevant te blijven.

In zijn keynote toonde Hans Op’t Veld aan hoe het speelveld verschuift richting operationeel vastgoed. Beleggingsrendementen zijn steeds vaker afhankelijk van de prestaties van onderliggende bedrijfsmodellen, niet enkel van het vastgoedobject zelf. Dit vraagt om een herijking van traditionele waarderingsmethoden een bredere blik op risico’s en belangrijker nog een nieuwe set aan skills voor de vastgoedprofessional.

Huib Vaessen (APG) liet zien hoe AI inmiddels een integraal onderdeel vormt van het beleggingsproces. Door besluitvorming te structureren en te verrijken met data, ontstaat een digitale ‘teamgeest’ die consistentie en snelheid bevordert.

Ook Arjan Knibbe (KR&A) benadrukte de kracht van alternatieve data. Van snellere due diligence tot directe deal sourcing: wie data slim inzet, wint tijd én inzicht. Tegelijkertijd waarschuwde hij voor het blind vertrouwen op AI: intuïtie en ervaring blijven onmisbaar.

Simon Mallinson (Income Analytics) pleitte voor een fundamenteel andere kijk op huurdersrisico’s. “Een huurcontract is in wezen een lening”, stelde hij. Door kredietrisico’s te benaderen zoals in de obligatiemarkt, kunnen beleggers verrassingen voorkomen.

Transparantie was het centrale thema in de bijdrage van Bert Teuben (INREV). Hij presenteerde tools die inzicht geven op zowel fonds- als assetniveau. Zijn boodschap: betere datakwaliteit leidt tot betere beslissingen.

Willem Vlaming (MSCI/UvA) brak een lans voor Britse en Nederlandse taxateurs. De afwaarderingen in de huidige correctie hebben sneller plaatsgevonden dan waarneembaar in gesloten transacties. De snelle correctie zorgt voor transparantie in de markt.

Will Robson (MSCI) onderzocht value-add strategieën. Zijn conclusie: hoewel deze strategieën potentieel bieden, verdwijnt veel van de vermeende ‘alpha’ zodra men corrigeert voor leverage en markttiming. Managerselectie blijft cruciaal.

Tot slot lieten Farley Ishaak (CBS/TU Delft) en Lukas Hofmann (UvA) zien hoe duurzaamheid en bodemdaling tastbare effecten hebben op vastgoedprijzen. Granulaire, locatiespecifieke data zijn onmisbaar voor toekomstbestendige besluitvorming.

De conclusie? Vastgoedprofessionals moeten zich heruitvinden. Dat betekent: AI omarmen, waarderingskaders herzien, en leren van andere sectoren. Alleen zo blijft de sector wendbaar en weerbaar in een wereld die steeds sneller verandert.

RERQ-redacteur Kaj Deana is per 1 mei begonnen in zijn nieuwe rol van portefeuillemanager bij Woonstichting Lieven de Key. “Graag draag ik bij aan het toegankelijker maken van de Amsterdamse woningmarkt voor diegenen die wat hulp kunnen gebruiken. Heel veel zin in!”, schrijft hij op LinkedIn. Hij startte als RERQ-redacteur in 2017, nu ruim acht jaar geleden.

Deana maakte de overstap vanuit zijn functie als investmentmanager bij 1BOX, een snelgroeiend self-storage bedrijf dat opslagruimtes aanbiedt voor particulieren en bedrijven. Het bedrijf is opgericht in 2016 en heeft sindsdien een indrukwekkende groei doorgemaakt, met meer dan 10.000 opslagunits verspreid over meer dan 30 locaties in Nederland en Frankrijk. 1BOX is onderdeel van Volta Global, een in Miami gevestigde investeringsmaatschappij die zich richt op vastgoedontwikkelingen, waaronder self-storagefaciliteiten.

Eerder werkte Deana als manager Portfolio, Strategie & Research voor Nederland bij de Scandinavische woningverhuurder Heimstaden. Daarvoor was hij researchmanager bij Bouwfonds IM en manager Business Development bij Bouwfonds REIM. Hij begon zijn carrière in de vastgoedsector als vastgoedanalist bij FGH Bank.

Senior econoom Huizenmarkt dr. Carola de Groot van Rabobank ziet de sleutel tot een beter functionerende woningmarkt in het omarmen van de vergrijzing. “Vergrijzing zie ik niet als een probleem, maar als een succes: het laat zien dat we in Nederland iets goed doen.” In haar presentatie tijdens het symposium van de Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland (VOGON) op 10 april 2025 in Rotterdam benadrukte ze hoe demografische trends niet alleen uitdagingen, maar ook oplossingen bieden.

Een veelgehoorde aanname is dat ouderen honkvast zijn en de doorstroming op de woningmarkt blokkeren. De Groot nuanceert dit beeld. “Jaarlijks komen er zo’n 50.000 koopwoningen vrij doordat ouderen verhuizen of overlijden – dat is zelfs meer dan de nieuwbouwproductie aan koopwoningen per jaar.” Ze wijst erop dat hoewel het aandeel verhuisbewegingen onder ouderen (ongeveer 4,6 procent) lager ligt dan bij jongeren, het absolute aantal groeit door de omvang van deze bevolkingsgroep.

De uitdaging ligt volgens De Groot vooral in het woningaanbod: dat moet beter aansluiten bij de wensen en behoeften van ouderen. “Er moeten veel meer geschikte woningen en woonconcepten voor ouderen bijkomen, zodat ze in een fijne, zorggeschikte omgeving oud kunnen worden.” Tijdens zogenoemde woonzorgdialoogsessies die ze in negen regio’s organiseerde, werd steeds weer duidelijk dat de oplossing ligt in gemengde woonvormen, waar jong en oud samenleven en elkaar ondersteunen.

Mix van vragers en dragers

Die sociale verwevenheid is cruciaal in een samenleving waar het aantal zorgbehoevende ouderen stijgt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers krimpt. “Je hebt een goede mix nodig van ‘vragers’ en ‘dragers’ om onderlinge hulp mogelijk te maken – juist in een vergrijzende samenleving.” Concepten als knarrenhofjes, waar gemeenschapsvorming centraal staat, zijn volgens De Groot waardevolle voorbeelden van hoe het ook kan.

Senioren zijn niet sexy

Toch is de uitvoering van het beleid geen eenvoudige opgave. “Het bouwen voor ouderen wordt nog te vaak gezien als niet sexy. Gemeenten en ontwikkelaars richten zich liever op jonge starters.” In het landelijke programma Wonen en zorg voor ouderen is afgesproken dat er tot 2030 in totaal 290.000 geschikte woningen voor ouderen bijkomen, waarvan 170.000 zogeheten ‘nultredenwoningen’. Maar of dat gehaald wordt, is nog zeer de vraag. “Dat wordt wel een hele kluif”, stelt De Groot nuchter.

VOGON-symposium 2025

Andere sprekers bij het symposium waren demograaf prof. dr. Ruben van Gaalen van het CBS en senior beleidseconoom dr. Cindy Biesenbeek van DNB. De VOGON Research Award voor het beste RERQ-artikel ging dit jaar naar portfoliomanager Dewi Anakram van Amvest.

Doorstroming op de woningmarkt is essentieel, maar het blijkt in de praktijk weerbarstig – vooral onder ouderen. Dr. Cindy Biesenbeek, beleidseconoom bij De Nederlandsche Bank, onderzoekt het gedrag van huishoudens en hun voorkeuren op de woningmarkt. “Mijn onderzoek gaat over doorstroming op de woningmarkt. Ik kijk naar de bewegingen van mensen tussen sociale huur, middenhuur, dure huur en koopwoningen – en hoe dat in de tijd verandert.”

Biesenbeek was één van de sprekers tijdens het symposium van de Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland (VOGON) op 10 april 2025 in Rotterdam. In haar onderzoek neemt Biesenbeek ook specifiek ouderen onder de loep en dan vooral degenen die in een relatief grote woning wonen. “Het is belangrijk om naar deze groep te kijken, omdat hun woonvoorkeuren veranderen: bijvoorbeeld door hun behoefte aan meer zorg of een gelijkvloerse woning. Maar dan moet er wel ruimte zijn om daadwerkelijk te kunnen verhuizen.”

Die ruimte wordt nog onvoldoende benut, blijkt uit de voorlopige bevindingen. “Eén van de dingen die we zien, is dat ouderen niet zo vaak verhuizen. Dat wisten we al enigszins, maar dit onderzoek bevestigt dat beeld opnieuw.” Juist die beperkte verhuisgeneigdheid maakt het lastig om doorstroming in de woningmarkt op gang te krijgen.

Herverdeling bestaande woningen

Want terwijl er onvoldoende nieuwe woningen worden bijgebouwd, is herverdeling van bestaande woonruimte een alternatief waar veel hoop op wordt gevestigd. “Iedereen hoopt dat ouderen bereid zijn om kleiner te gaan wonen. Dat zou een keten van verhuisbewegingen op gang brengen, die uiteindelijk ook jonge gezinnen ten goede komt.”

Hoe ouder, hoe meer geworteld

Toch blijkt leeftijd een belangrijke factor in de bereidheid om te verhuizen. Hoe ouder mensen worden, hoe kleiner de kans dat ze nog een verhuizing overwegen. “Dat geldt niet alleen voor ouderen in grote woningen. Hoe langer je in een regio woont, hoe meer gehecht je raakt aan je woning – en dat maakt verhuizen moeilijker.”

VOGON-symposium 2025

Andere sprekers bij het symposium waren demograaf prof. dr. Ruben van Gaalen van het CBS en senior econoom dr. Carola de Groot van Rabobank. De VOGON Research Award voor het beste RERQ-artikel ging dit jaar naar portfoliomanager Dewi Anakram van Amvest.

De Nederlandse bevolking blijft gestaag groeien, maar wie goed naar de cijfers kijkt, ziet dat die groei niet uit geboortes komt. “De groei die we al tien, vijftien jaar zien, komt vooral door netto-immigratie. Er komen meer mensen naar Nederland dan er vertrekken”, zegt prof. dr. Ruben van Gaalen, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en demograaf bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Tegelijkertijd daalt het geboortecijfer en stijgt het aantal sterfgevallen. “De natuurlijke aanwas krimpt, maar de internationale migratie blijft stijgen.”

Van Gaalen was één van de sprekers tijdens het symposium van de Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland (VOGON) op 10 april 2025 in Rotterdam. Die bevolkingsgroei heeft directe gevolgen voor de woningmarkt. Meer mensen betekent simpelweg meer huishoudens. En dat vraagt om meer woningen – maar niet zomaar woningen. “Het aantal alleenwonenden stijgt, vooral onder ouderen. De vergrijzing gaat gelijk op met het steeds vaker alleen wonen van ouderen.” Dat betekent een andere woningbehoefte dan in het verleden: kleinere woningen en aangepaste voorzieningen.

Volgens Van Gaalen is er bovendien sprake van dubbele vergrijzing. “Tot 2040 zal vooral het aandeel 65-plussers toenemen. En na 2040 stijgt het aantal 80-plussers. Die hebben meer zorg nodig dan de jonge ouderen.” Daarmee groeit niet alleen de woonopgave, maar ook de zorgopgave. Juist daar wringt de schoen, want het bestaande zorgsysteem piept en kraakt.

Minder informele zorg

In het verleden waren er tussen het zelfstandig wonen en het verpleeghuis diverse tussenvormen, zoals bejaardentehuizen en aanleunwoningen. Die zijn grotendeels verdwenen. En dat terwijl de behoefte aan ondersteuning toeneemt. “Informele zorg is steeds moeilijker te leveren. Er zijn minder potentiële mantelzorgers en die hebben vaak ook nog een baan. De formele zorg kampt met enorme personeelstekorten.”

Wie betaalt voor woonzorg?

De oplossing ligt volgens Van Gaalen in vernieuwende woonvormen waarin zorg en wonen worden gecombineerd. “Je moet woonzorgcombinaties bedenken waar ouderen veel baat bij kunnen hebben. Denk aan knarrenhofjes of kangoeroewoningen bij de kinderen.” Zulke oplossingen kunnen ook bijdragen aan doorstroming op de woningmarkt. Maar het vraagt wel om een eerlijke en doordachte aanpak: “Want wie betaalt die woonzorgcombinatie? Degene die zijn woning op eigen kracht heeft afgelost? En niet de persoon die zijn vermogen al aan de kinderen heeft geschonken?”

Dat zijn volgens Van Gaalen politieke keuzes waar je niet omheen kunt. “Om het zomaar te laten gebeuren is ook geen optie.”

VOGON-symposium 2025

Andere sprekers bij het symposium waren senior beleidseconoom dr. Cindy Biesenbeek van DNB en senior econoom Huizenmarkt dr. Carola de Groot van Rabobank. De VOGON Research Award voor het beste RERQ-artikel ging dit jaar naar portfoliomanager Dewi Anakram van Amvest.

Portfoliomanager Dewi Anakram van de ontwikkelende woningbelegger Amvest is winnaar van de VOGON Research Award 2025. Hij won met het artikel “Split incentives, energielabels en woninghuren”, geschreven met coauteurs Martijn Dröes en Arthur Marquard. De winnaar werd bekend gemaakt tijdens het VOGON-symposium op 10 april 2025.

In het artikel beschrijft Anakram hoe energiezuinige huurwoningen in de vrije sector een hogere huurprijs realiseren dan minder duurzame woningen. Het huurprijsverschil varieert van +3,5% voor een A-label tot +12% voor een A++++-label. Onzuinige energielabels kennen daarentegen een discount: -2,7% voor een C-label tot -12,3% voor een E-label. Uit het onderzoek blijkt verder dat het verduurzamen van een woning een indicatief investeringsbudget tussen 39.000 en 48.000 euro kan rechtvaardigen bij een sprong van een E- naar een A-label. Dit sluit aan bij eerdere studies naar koopwoningen, waar soortgelijke waardestijgingen zijn waargenomen. Anakram schreef zijn artikel op basis van zijn masterscriptie voor de MSRE-opleiding aan de Amsterdam School of Real estate (ASRE).

De jury van de VOGON Research Award selecteerde het winnende artikel uit de jaarbundel 2024 van Real Estate Research Quarterly. De overige genomineerde artikelen waren “De invloed van de middenhuurregeling op de potentiële huur en marktwaarde” van Maarten van ’t Hek en Marc Francke en “Prijseffecten overstromingsrisico’s op de Nederlandse woningmarkt” van Lianne Hans. Vorig jaar ging de prijs naar Simon Verstraten voor zijn artikel over de bouwkostenontwikkeling in de RERQ-jaargang 2023.

Download hier het winnende artikel, lees de scriptie of beluister de aflevering van de podcast Het Vastgoedinstituut waarin Dewi Anakram vertelt over de uitkomsten van zijn onderzoek.  

VOGON Research Award

De VOGON Research Award is een stimuleringsprijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan de best beoordeelde vastgoedpublicaties in Real Estate Research Quarterly. De winnaar ontvangt een oorkonde en een geldbedrag. De award wordt toegekend door een jury van Nederlandse vastgoeddeskundigen die artikelen beoordelen die zijn verschenen in het voorgaande jaar.

Criteria

Bij de selectie van de beste artikelen worden de volgende vier criteria gehanteerd: relevantie en bruikbaarheid voor de Nederlandse vastgoedmarkt, vernieuwend dan wel origineel qua aanpak, thematiek of invalshoek, gebaseerd op eigen onderzoek, op secundaire analyse dan wel een kritische reflectie en een hoge mate van consistentie en toegankelijkheid.

Jury

De jury bestaat uit Hans Vrensen (voorzitter, AEW), Maarten Jennen (PGGM), Dick Vos (VMC Invest) en Aart Hordijk.

Juryvoorzitter Hans Vrensen draagt voor uit het juryrapport.

Onderzoeker Lianne Hans van het Kadaster ontvangt een oorkonde en bloemen voor de nominatie van haar artikel voor de VOGON Research Award 2025.

Marc Francke (rechts) ontvangt een oorkonde voor de nominatie van zijn artikel. Symposiumvoorzitter Jannes van Loon reikt de bloemen aan.

De redactie van het digitale kwartaalblad Real Estate Research Quarterly heeft alle artikelen uit de jaargang 2024 gebundeld in de fysieke Jaarbundel 2024. Het gebonden boekwerk is in week 15 toegestuurd aan leden en sponsoren van de vereniging.

De Jaarbundel 2024 telt 144 pagina’s en is ook in een digitale versie verschenen.

Over RERQ

Real Estate Research Quarterly (RERQ) signaleert als kwartaaltijdschrift van de VOGON actuele kennis die relevant is voor de vastgoedsector. Wetenschappelijke inzichten worden vertaald naar aanbevelingen voor commerciële vastgoedpartijen, overheden, maatschappelijke instellingen en vastgoedopleidingen. RERQ biedt een podium voor analyses en discussies die kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de vastgoedsector. Het redactieteam bestaat uit onderzoekers en docenten verbonden aan universiteiten in Nederland en een vertegenwoordiging uit de vastgoedsector.

Over VOGON

De Vereniging van Onroerendgoed Onderzoekers Nederland is het grootste – en enige – netwerk van vastgoedonderzoekers. VOGON stimuleert de verdieping en uitwisseling van kennis op het gebied van de economische analyse van onroerend goed. Hiertoe organiseert VOGON sinds 1991 evenementen om betrokkenen in het vastgoed bijeen te brengen en wordt gedegen onderzoek gepubliceerd in het tijdschrift Real Estate Research Quarterly.

De jury van de VOGON Research Award heeft uit de jaargang 2024 van Real Estate Research Quarterly drie bijdragen genomineerd voor deze prestigieuze onderscheiding. De winnaar wordt tijdens het VOGON-symposium op 10 april 2025 bekend gemaakt.

Drie genomineerden

De drie genomineerde artikelen zijn, in alfabetische volgorde:

Dewi Anakram, Martijn Droes en Arthur Marquard: “Split incentives, energielabels en woninghuren

Maarten van ’t Hek en Marc Francke: “De invloed van de middenhuurregeling op de potentiële huur en marktwaarde

Lianne Hans: “Prijseffecten overstromingsrisico’s op de Nederlandse woningmarkt

Vorig jaar ging de prijs naar Simon Verstraten voor zijn artikel over de bouwkostenontwikkeling in de RERQ-jaargang 2023.

VOGON Research Award

De VOGON Research Award is een stimuleringsprijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan de best beoordeelde vastgoedpublicaties in Real Estate Research Quarterly. De winnaar ontvangt een oorkonde en een geldbedrag. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens het jaarlijks VOGON-Symposium. De award wordt toegekend door een jury van Nederlandse vastgoeddeskundigen die artikelen beoordelen die zijn verschenen in het voorgaande jaar.

Criteria

Bij de selectie van de beste artikelen worden de volgende vier criteria gehanteerd: relevantie en bruikbaarheid voor de Nederlandse vastgoedmarkt, vernieuwend dan wel origineel qua aanpak, thematiek of invalshoek, gebaseerd op eigen onderzoek, op secundaire analyse dan wel een kritische reflectie en een hoge mate van consistentie en toegankelijkheid.

Jury

De jury bestaat uit Hans Vrensen (voorzitter, AEW), Maarten Jennen (PGGM), Dick Vos (VMC Invest) en Aart Hordijk.